5.7
4-20 mA-menu's 1 en 2 (optie)
Deze menu's zullen alleen verschijnen als een of meer optionele 4-20mA-uitgangskaarten zijn
aangebracht. Ze worden gebruikt om de schaal van de 4-20mA-uitgang in te stellen. Ze bevatten
de volgende menukeuzes: 4mA-punt, 20mA-punt en Kalibreren.
Noot: De eerste keer dat u de controller programmeert, gaat u eerst naar het menu "Ingangen
toewijzen", daarna programmeert u de andere menu's.
Ingangen toewijzen (Assign Inputs)
Druk op
ENTER
ofwel het pH/ORP-signaal zijn of voor de pH-controllers, het temperatuursignaal. Gebruik de
pijl-toetsen om de selectiemogelijkheden te doorlopen. Druk op
selectie wordt getoond.
4mA-pt
Gebruik de pijl-toetsen om de proceswaarde in te voeren (in pH-eenheden, temperatuureenheden
of mV bij ORP) waarmee u de 4mA-uitgang van de controller wenst overeen te laten komen.
20mA-pt
Gebruik de pijl-toetsen om de proceswaarde in te voeren (in pH-eenheden, temperatuureenheden
of mV bij ORP) waarmee u de 20mA-uitgang van de controller wenst overeen te laten komen.
Kalibreren (Calibrate)
Dit menu wordt gebruikt om instrumenten verbonden met de mA-uitgang te kalibreren. De 4-
20mA-uitgang is uiterst nauwkeurig en stabiel en zal dan ook nooit gekalibreerd moeten worden.
Deze functie maakt het mogelijk andere toestellen te kalibreren ten opzichte van de 4- en 20mA-
punten. Druk op
Vaste 4 mA-uitgang (Fixed 4 mA Out)
De controller zal een stroom van 4.00 mA ter beschikking stellen. Stel de recorder of datalogger
in volgens de instructies zodat de getoonde proceswaarde overeenkomt met wat verwacht wordt
voor een 4,00mA-ingang.
Vaste 20 mA-uitgang (Fixed 20 mA Out)
Zoals hierboven, behalve dat de controller een uitgangssignaal van 20,00 mA zal afgeven.
De 4-20mA-uitgang is zo ontworpen dat hij nooit zou moeten worden gekalibreerd. Als het mA-
signaal niet met de verwachtingen overeenkomt, roep dan de leverancier te hulp.
om de 4-20mA-uitgang aan een sensoringang toe te wijzen. De ingang kan
om de kalibratie te starten.
ENTER
ENTER
40
wanneer de gewenste