Veiligheid
3.3
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Tijdens alle werkzaamheden aan de installatie waarin het apparaat gemonteerd is moeten de
voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen, zoals b.v. oogbescherming,
veiligheidsschoenen, helm, beschermende kleding, beschermende handschoenen.
Informatie over persoonlijke beschermingsmiddelen vindt u in de nationale voorschriften van het land
van opstelling.
3.4
Beoogd gebruik
De toepassingen voor het apparaat zijn installatiesystemen voor stationaire verwarmings- en
koelcircuits. Het apparaat mag alleen worden gebruikt in tegen corrosie beschermde, gesloten
systemen met de volgende soorten water:
•
Niet corrosief.
•
Chemisch niet agressief.
•
Niet giftig.
Zorg dat zo weinig mogelijk zuurstof uit de lucht binnendringt in het gehele installatiesysteem en in
de bijvulling van water.
Opmerking!
Zorg dat de kwaliteit van het bijvulwater overeenkomt met landspecifieke voorschriften.
•
Bijvoorbeeld VDI 2035 of SIA 384-1.
3.5
Oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
Het apparaat is niet geschikt voor de volgende omstandigheden:
•
Voor gebruik buitenshuis.
•
Voor gebruik met minerale oliën.
•
Voor gebruik met brandbare stoffen.
•
Voor gebruik met gedestilleerd water.
•
Voor gebruik met osmosewater.
Opmerking!
Wijzigingen aan het hydraulische systeem of aanpassingen van de schakeling zijn
verboden.
8 — Nederlands
Servitec Mini — 07.07.2017 - Rev. A