2 Met de draadloze afstandsbediening.
(Zie ook de bedieningshandleiding van de draadloze
afstandsbediening)
Wanneer het apparaat stopt als gevolg van een storing,
zal het display op de binnenunit knipperen. In dat geval
kunt u de aard van de storing vaststellen met behulp van
de tabel met de Lijst met foutcodes door de weerge-
geven foutcode op te zoeken, die u op de volgende
manier zichtbaar maakt. (OPMERKING 2)
(1) Druk op de toets INSPECTIE / TESTBEDRIJF, "
wordt weergegeven en "0" knippert.
(2) Druk op de toets PROGRAMMEERTIJD en lees het
apparaatnummer af waarbij de storing is
opgetreden.
Aantal pieptonen
3 korte pieptonen .... Voer de volgende stappen
1 korte pieptoon...... Voer de stappen (3) en (6) uit
1 lange pieptoon ..... Geen storing
(3) Druk op de keuzetoets FUNCTIE; het bovenste getal
van de foutcode knippert.
(4) Druk nogmaals op de toets PROGRAMMEERTIJD tot
het apparaat 2 korte pieptonen geeft en zoek de bov-
enste code.
(5) Druk op de keuzetoets FUNCTIE; het onderste getal
van de foutcode knippert.
(6) Druk nogmaals op de toets PROGRAMMEERTIJD tot
het apparaat een lange pieptoon geeft en zoek de
bovenste code.
Een lange pieptoon geeft aan dat de foutcode wordt
weergegeven.
Storingen verhelpen met behulp van de LED's op de
printplaat (Zie Tabel 11)
De volgende controles kunnen worden uitgevoerd via de
onderhouds-signaal-LED's (groen).
(Normaal:knipperend)
: LED aan
: LED uit
—: Niet in gebruik voor Storingen verhelpen
Tabel 11
Microcomputer
Controlesig-
normaal con-
naal transmis-
trole
sie normaal
HAP(H1P)
HBP(H2P)
—
OPMERKING
1 Bij de aangesloten afstandsbediening, druk op de
afstandsbediening op de toets INSPECTIE / TESTBED-
RIJF, "
" begint te knipperen.
2 Houdt de toets AAN/UIT minimaal 5 seconden ingedrukt
totdat de hierboven beschreven storingenlijst verdwijnt,
nadat de storingcode tweemaal aan en uit is gegaan en
de code "00" (normaal) is weergegeven. Het display
schakelt nu om van de inspectiemodus naar de normale
bedieningsmodus.
Nederlands
allemaal uit
: LED knippert
Informatie
→
Binnenunit werkt normaal
Con-
troleer de werking van de buitenunit
Verkeerd aangesloten bedrading
tussen binnenunits en buitenunits
Controleer de buitenunit wanneer
HAP (H1P) van de buitenunit niet
brandt. Wanneer de LED knippert
is de oorzaak ofwel verkeerd
aangesloten bedrading of een
defecte printplaatunit van de binne-
nunit of de buitenunit. (OPMERK-
ING 4)
Defecte printplaatunit van de bin-
nenunit (OPMERKING 5)
Afwijking in de voedingsspanning,
defecte printplaatunit of verbroken
verbinding tussen de binnen- en
buitenunits (OPMERKING 5)
3 Afhankelijk van het type of de omstandigheden kan het
apparaat een noodstop maken.
4 Wanneer de HBP (H2P) niet brandt, is de bekabeling
tussen de binnenunits onderling of tussen de binnen- en
buitenunits verkeerd aangesloten of onderbroken. Con-
troleer eerst de bekabeling voordat u begint met onder-
staande diagnoselijst.
Wanneer de HBP (H2P) niet brandt op een omvormer, is
het mogelijk dat de zekering op de printplaat van de
"
buitenunit is doorgebrand.
5 Schakel de voeding uit en wacht minimaal 5 seconden-
Schakel de voeding opnieuw in en kijk of de LED
dezelfde status heeft.
12-3 Storingscode
• De diapositief (witte letters op een zwarte achtergrond)
geven aan dat "
het systeem in die gevallen wel zal werken, moet het och
worden gecontroleerd en gerepareerd worden.
• Afhankelijk van het type binnen- of buitenunit wordt de fout-
code al dan niet weergegeven.
Code
A1
Printplaat van de binnenunit van de pc defect
A3
Niveau afvoerwater abnormaal
Ventilatormotor binnenunit overbelast, te hoge span-
A6
ning of geblokkeerd.
Motor jaloeziebeweging geblokkeerd.
A7
Alleen de richting van de luchtstroom kan niet worden
geregeld.
AF
Luchtbevochtiger defect
Luchtreiniger defect
AH
Alleen de luchtreiniger werkt niet.
Ingestelde type niet correct
AJ
Capaciteitsgegevens verkeerd ingesteld of niets
geprogrammeerd in de datachip
Temperatuursensor voor de warmtewisselaar is
C4
defect.
Binnenwarmtewisselaar/thermistor verdampingstem-
C5
peratuur defect
Sensor voor de aanvoerluchttemperatuur is defect.
C9
CC
Vochtigheidssensor abnormaal
Sensor voor afstandsbediening is defect.
CJ
De thermistor van de afstandsbediening werkt niet,
maar system thermo run kan wel worden uitgevoerd.
E0
Beveiliging geactiveerd (buitenunit)
E1
Printplaat van de buitenunit defect (buitenunit)
E3
Hogedruk abnormaal (buitenunit)
E4
Lage druk abnormaal (buitenunit)
Storing bij blokkeren van de motor van de compres-
E5
sor (buitenunit)
Compressormotor is vergrendeld als gevolg van te
E6
hoge belasting (buiten)
Storing bij blokkeren van de buitenventilatormotor
E7
Buiten ventilatormotor onmiddelijke overstroomstor-
ing (buitenunit)
E9
Elektronische expansieklep defect (buitenunit)
Storing in de schakelaar voor koelen/verwarmen
EA
(buiten)
F3
Temperatuur afvoerleiding abnormaal (buitenunit)
H3
Hogedrukschakelaar defect (buitenunit)
H4
Lagedrukschakelaar defect (buitenunit)
Buiten ventilatormotor positiesignaalstoring (buite-
H7
nunit)
Buitenluchtthermistor defect (buitenunit)
H9
" niet zal worden weergegeven. Hoewel
Storing/Opmerkingen
(OPMERKING 1)
(OPMERKING 1)
(OPMERKING 1)
(OPMERKING 1)
15