10. VELDINGSTELLINGEN
De veldingstellingen moeten conform de omstandigheden
van installatie vanaf de afstandbediening worden uitgev-
oerd.
• Instelling gebeurt door wijziging van het "Functienr.", het
"EERSTE CODENR." en het "TWEEDE CODENR."
• Zie "VELDINSTELLINGEN" van de afstandsbediening voor
details over instelling en bediening.
10-1 Instellen van de plafondhoogte
• Selecteer de TWEEDE CODENR. die overeenkomt met
de plafondhoogte. Zie Tabel 5 en 6.
(De fabrieksinstelling voor de TWEEDE CODENR. is
"01" voor een plafondhoogte lager dan 2,7 meter.)
Tabel 5
Plafondhoogte (m)
4-weg luchtuitlaat 3-weg luchtuitlaat 2-weg luchtuitlaat
Lager dan 2,7m
Minder dan 3m
Meer dan 2,7m;
Meer dan 3m;
3m of minder
3,5m of minder
Meer dan 3m;
Meer dan 3,5m;
3,5 of minder
3,8 of minder
Tabel 6
Instelling Functienr.
EERSTE CODENR. TWEEDE CODENR.
N
H
13 (23)
S
10-2 Instellingen voor opties
• Raadpleeg de installatiehandleiding van de optie voor
details over de instelling ervan.
10-3 Instellen van de luchtstroomrichting
• Om de luchtstroomrichting te wijzigen in 2-weg of 3-weg
luchtuitlaat wijzigt u het tweede codenr. Zoals Tabel 7
laat zien.
(De fabrieksinstelling voor de TWEEDE CODENR. is
"01" voor een luchtstroom in 4 richtingen.)
Tabel 7
Instelling
Functienr.
EERSTE CODENR. TWEEDE CODENR.
Luchtstroom
in 4 richtingen
Luchtstroom
13 (23)
in 3 richtingen
Luchtstroom
in 2 richtingen
10-4 Instellen van de luchtfilterdisplay
• De afstandsbedieningen zijn voorzien van een LDC-
scherm waarop kan worden aangegeven wanneer de
luchtfilters gereinigd moeten worden.
• Stel het TWEEDE CODENR. Afhankelijk van de hoev-
eelheid stof in de ruimte volgens Tabel 8 in.
(Het TWEEDE CODENR. is op de fabriek ingesteld op
"01" voor lichte vervuiling van het luchtfilter.)
Tabel 8
Interval tussen
Instelling
luchtfilterdisplay
(levensduur)
Lichte vervuiling
Ca. 2500 uren
van het luchtfilter
Zware vervuiling
Ca. 1250 uren
van het luchtfilter
10-5 Instelling van het binnenunit-nummer voor een
simultaan werkend systeem
• een simultaan werkend systeem stelt u het TWEEDE
CODENR. volgens Tabel 9 in.
(De fabrieksinstelling voor de TWEEDE CODERNR. is
"01" voor een paarsysteem.)
Nederlands
Instelling
Minder dan 3,5m
N
Meer dan 3,5m;
H
3,8m of minder
—
S
01
0
02
03
01
1
02
03
EERSTE
TWEEDE
Functienr.
CODENR.
CODENR.
01
10 (20)
0
02
Tabel 9
Instelling
Functienr.
Paarsysteem (1 unit)
Simultaan werkend
systeem (2 units)
11 (21)
Simultaan werkend
systeem (3 units)
• Zie "Individuele instelling van systeem voor simul-
tane werking" voor details over het afzonderlijk
instellen van de hoofd- en hulp-units.
<Bij gebruik van draadloze afstandsbediening>
• Bij gebruik van draadloze afstandsbedieningen moeten
de afstandsbedieningen geadresseerd worden. Zie de
installatiehandleiding van de afstandsbediening voor
details over de instelling.
10-6 Individuele instelling van systeem voor
simultane werking
Het is eenvoudiger een afstandsbediening te
gebruiken voer het instellen instellen van de Hulp-unit.
• Voer de volgende procedures uit bij het apart instellen
van de hoofd- en hulp-unit.
Procedure
(1) Varander het TWEEDE CODENR. Naar "02", indivi-
duele instelling, zodat de Hulp-unit apart kan worden
ingesteld. (Zie Tabel 10)
(TWEEDE CODENR. is in de fabriek ingesteld op
"01", groepsinstelling.)
Tabel 10
Instelling
Functienr.
Groepsinstelling
11 (21)
Individuele instelling
(2) Voer de lokale instelling uit voor de hoofd unit.
(3) Na (2) de hoofdvoedingschakelaar uitzetten.
(4) De afstandsbediening verwijderen van de hoofd-unit
en aansluiten op de hulp-unit.
(5) De hoofdvoedingschakelaar opnieuw aanzetten en,
zoals in (1), het TWEEDE CODENR. in "02",
individuele instilling.
(6) Voer de lokale instelling uit voor de hulp-unit.
(7) Na (6) de hootdvoerdingschakelaar uitzetten.
(8) Wanneer er meerdere niet-hoofdunits in het systeem
worden gebruikt, herhaalt u de stappen 4-7.
(9) Na de instelling de afstandsbediening verwijderen
van de hulp-unit en opnieuw aansluiten op de hoofd-
unit. de instelling is nu voltooid.
* U hoeft de afstandsbediening van de hoofd-unit niet
opnieuw te bedraden als de optionele afstandsbedi-
ening van de hulp-unit wordt gebruikt.
(Maak echter wel de draden van het klemmenbord
voor de afstandsbediening van de hoofd-unit los.)
Hoofvoeding
Hoofd-schakelaar
(3) (7)
Zekering
Buitenunit
1 2 3
1 2 3
1 2 3
P1P2
Binnenunit
(Hoofdunit)
Afstandsbediening
P1P2
(1) (2)
EERSTE
TWEEDE
CODENR.
CODENR.
01
02
0
03
EERSTE
TWEEDE
CODENR.
CODENR.
01
1
02
Hoofvoeding
Hoofd-schakelaar
Zekering
Buitenunit
1 2 3
1 2 3
1 2 3
P1P2
P1P2
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
(Hulpunit)
(Hoofdunit)
(Hulpunit)
(4)
(8)
Afstandsbediening
P1P2
P1P2
(5) (6)
13