Inhoudsopgave
Advertenties
Afvoerleiding
Afvoerleiding (1) (Voor VP20 verbinding)
(Niet bijgeleverd)
VP20
Elleboog (9)
Afdichtmiddel (8)
Klem (2)
Opmerkingen bij het omhoog leiden van de afvoerslang
Afb. 26
Naar achteren lopende leiding
Naar rechts lopende leiding
Afb. 27
• Om verzakkingen tegen te gaan plaatst u om de 1 à
1,5 meter een hangdraad. (Zie Afb. 26)
• Gebruik alleen de bijgeleverde afvoerleiding (1) (voor naar
rechts lopende afvoer) of elleboog (9) (voor omhoog
lopende afvoer) en klem (2).
• Monteer de afvoerslang (1) of elleboog (9) tot de aanslag
over de afvoerleiding en bevestig deze met een klem (2).
• Draai de klem (2) vast tot de kop van de bout minder dan
4mm is verwijderd van de slang.
• Isoleer de klem (2) en de afvoerslang of elleboog (9) met de
meegeleverde afdichtmat (8). (Zie Afb. 28)
• Zorg op tweede plaatsen voor goede warmte-isolatie om
waterlekkage door condensvorming te voorkomen.
• Isoleer de afvoerslang binnen in het gebouw
• Afvoeraansluiting
Elleboog (9)
Afdichtmiddel (8)
Afdichtmiddel (8)
Omhooglop-
ende afvoer-
leiding
Afb. 28
10
Plafondsteen
1 - 1,5 m
Hangbeugel
VP20
Minstens 1/100 aflopend
GOED
FOUT
Klem (2)
Lange
deel
Klem (2)
Afvoerleiding (1)
Afdichtmiddel (8)
Elleboog (9)
Klem (2)
Korte uiteinde
VOORZORGSMAATREGELEN
• Voorkom dat de afvoerslang (1) gebogen, getordeerd of
belast wordt, omdat daardoor lekkages kunnen ont-
staan.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR OMHOOG
LOPENDE LEIDINGEN
• Maak stijgleidingen niet hoger dan 500mm.
• Plaats de stijgleidingen haaks op de binnen-unit.
(Zie Afb. 29)
Afb. 29
VOORZORGSMAATREGELEN
Als de stijgleiding niet zuiver haaks wordt geplaatst, werkt
de vlotterschakelaar niet goed en kan er waterlekkage
optreden.
7-2 Controleer of de afvoer goed doorstroomt nadat
alles is aangelegd.
• Open het deksel van de watertoevoer, giet ongeveer
1000cc langzaam in de pan en controleer of de afvoer
vlot doorstroomt. (Zie Afb. 30)
Onderhoudsklepje
≥100
Afvoerleiding
Gieter
(De tuit moet ca. 100mm lang zijn.)
Water bijvullen via de luchtuitlaat
Methode om water bij te vullen
Afb. 30
[Voorzorgsmaatregelen]
Aansluitingen voor afvoerleidingen
• Sluit de afvoerleidingen nooit direct aan op een rioolbuis die
naar ammoniak ruikt. De ammoniak in het riool kan dan de
binnenunit binnenunit binnendringen via de afvoerleidingen,
waardoor de warmtewisselaar gaat corroderen.
WANNEER DE ELEKTRISCHE BEDRADING IS AANGELEGD
• Controleer de doorstroming van de afvoer tijdens koelen,
zoals in "Testen" wordt uitgelegd.
WANNEER DE ELEKTRISCHE BEDRADING NIET IS AAN-
GELEGD
VOORZORGSMAATREGELEN
• De elektrische bekabeling moet door een erkend installateur
worden geïnstalleerd.
• Als de installatie door iemand zonder de juiste kwalificaties
is uitgevoerd, moeten de volgende handelingen na het uitvo-
eren van de werkingstest worden uitgevoerd.
• Verwijder het deksel van de regeldoos en zet de nood-
schakelaar boven e printplaat van de binnen-unit van
"NORM." op "EMERG.". Sluit de enkelfase voeding en de
aardingsdraad (50 Hz, 220-240V) aan op het aansluitingen-
blok en controleer de werking van de afvoer. Zet de schake-
laar om voordat u de stroom inschakelt. (Zie Afb. 31)
FOUT
Inspectiegat
Tapgat (met rubberdop)
(Gebruik dit tapgat om water
in de afvoerpan te gieten.)
≥100
Water bijvullen via het inspectiegat
Nederlands
Advertenties
Inhoudsopgave
