1.8
Naleving van de drukapparatenrichtlijn (2014/68/EG)
Apparaten met PS > 200 bar (20 MPa)
Apparaten met een toegelaten druk van PS > 200 bar
(20 MPa) werden aan een conformiteitstest onderworpen door
de TÜV NORD (0045) volgens module H en kunnen worden
ingezet voor vloeistoffen van groep 1 (PED: 1G).
Het typeplaatje bevat de volgende markeringen.
Afb. 3:
Markeringen volgens de drukapparatenrichtlijn (voorbeeld)
1 PED: 1G | 2 Kenmerkend nummer van de benoemde plaats ten
aanzien van de richtlijn drukapparaten | 3 "SIL 2" markering (optie)
Apparaten met PS ≤ 200 bar (20 MPa)
Apparaten met een toegelaten druk PS ≤ 200 bar (20 MPa)
voldoen aan artikel 3, sectie (3) en werden niet aan een
conformiteitstest onderworpen. Deze apparaten werden
conform de geldende, goede ingenieurspraktijk (SEP)
ontworpen en gefabriceerd.
De op het apparaat aanwezige CE-aanduiding geldt niet voor
de richtlijn drukapparaten.
Het typeplaatje bevat dan de volgende markeringen: PED:
SEP.
1.9
Veiligheidsaanwijzingen m.b.t. het transport
U moet de volgende aanwijzingen opvolgen:
— Het apparaat tijdens het transport voor vocht
beschermen. Het apparaat passend verpakken.
— Het apparaat zo verpakken dat het tegen schokken bij het
transport is beschermd, bijv. door een verpakking met
luchtkussens.
Inspecteer de apparaten voor installatie op eventuele
beschadigingen ten gevolge van een onreglementair transport.
U moet beschadigingen ten gevolge van het transport in de
vrachtbrief vastleggen. Eventuele schadeclaims moeten
onmiddellijk en vóór installatie bij het transportbedrijf worden
ingediend.
1.10 Opslagvoorwaarden
— Het apparaat moet droog en stofvrij worden opgeslagen.
Het apparaat alleen in de originele verpakking opslaan /
transporteren.
— De toegelaten omgevingscondities voor transport en
opslag volgens het hoofdstuk "Technische gegevens"
aanhouden.
— Het apparaat kan in principe onbeperkt worden
opgeslagen; de garantiebepalingen die bij
opdrachtbevestiging zijn overeengekomen met de
leverancier zijn wel van toepassing.
1.11 Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische
installatie
De elektrische aansluiting ervan mag alleen door geautoriseerd
vakbekwaam personeel worden uitgevoerd overeenkomstig de
aansluitschema's.
De instructies voor de elektrische aansluiting in deze
handleiding in acht nemen, anders kan de IP-
beschermingsklasse nadelig worden beïnvloed.
Het meetsysteem moet overeenkomstig de eisen geaard
worden.
1.12 Veiligheidsaanwijzingen voor het gebruik
Vóór het inschakelen moet u vaststellen dat de
omgevingsvoorwaarden vermeld in het hoofdstuk "Technische
Gegevens" of in het informatieblad in acht genomen worden.
Als het aan te nemen is dat een veilige werking niet meer te
garanderen is, dan moet u het apparaat onmiddellijk buiten
werking stellen en tegen onbedoeld inschakelen beveiligen.
1.13 Het terugsturen van apparaten
Bij het retour zenden van apparaten voor reparatie of
herkalibratie a.u.b. de originele verpakking of een andere
geschikte en veilige transportdoos gebruiken.
Het apparaat retour zenden met het ingevulde retourformulier
(zie het hoofdstuk "Bijlage").
Volgens de EU-richtlijnen voor gevaarlijke stoffen is de
eigenaar van afval verantwoordelijk voor de afvoer en moet bij
verzending op de volgende voorschriften worden gelet:
Alle aan ABB geleverde apparaten moeten vrij zijn van alle
gevaarlijke stoffen (zuren, logen, oplossingen, etc.).
Neem a. u. b. contact op met de klantenservice (adres op
blz. 2) en vraag waar de dichtstbijzijnde service vestiging is.
261Gx, 261Ax | IM/261Gx/Ax-NL Rev. 08 7