Instellen van "Lower Range Value" (meetbegin) en "Upper
Range Value" (meeteinde)
Menupad:
"Configure_Configure Pressure Measurement_Pressure"
(configureren configureren drukmeting procesvariabele)
Hier zijn in het veld "Scaling" (schaalverdeling) twee
instelmogelijkheden.
1. Enter value:
In de invoervelden "Lower Range Value" (meetbegin) en
"Upper Range Value" (meeteinde) de gewenste waarden
invoeren.
2. "Apply Process Variable" (procesdrukovername):
Voor de instelling worden "Lower Range Value" (meetbegin) en
"Upper Range Value" (meeteinde) als druk aan de meetcel
doorgegeven.
Nadat de gewenste gestabiliseerde druk is bereikt, de toetsen
"Set Lower Range Value" (meetbegin instellen) of "Set Upper
Range Value" (meeteinde instellen) indrukken. Daarbij mogen
de meetgrenzen niet worden overschreden.
Als drukgevers kunnen reduceerstations met instelbare druk
en vergelijkend scherm benut worden. Men moet er bij het
aansluiten op letten dat restvloeistoffen (bij gasvormige
teststoffen) of luchtbellen (bij vloeibare teststoffen) niet in de
aansluitleidingen komen, omdat deze fouten bij het controleren
kunnen opleveren.
De meetafwijking van de drukgever moet minstens 3-voudig
kleiner zijn als de gewenste meetafwijking van de
meetomvormer.
Demping instellen
Menupad:
"Configure_Configure Pressure Measurement_Pressure"
(configureren configureren drukmeting procesvariabele)
De gewenste dempingswaarde in het veld "Output parameter"
(uitgangsparameters) in de regel "Damping" (demping)
invoeren.
De extra tijdconstante is instelbaar tussen 0 s en 60 s in
stappen van 0,0001 s.
32 IM/261Gx/Ax-NL Rev. 08 | 261Gx, 261Ax
Parallelle verschuiving (Offset)
Menupad:
"Configure_Configure Pressure Measurement_Pressure"
(configureren configureren drukmeting procesvariabele)
Deze functie voert een parallelle verschuiving van de
karakteristiek door, zodat deze door een door u opgegeven
punt loopt.
Dan kan het uitgangssignaal van meerdere meetapparaten die
dezelfde procesvariabele meten, op dezelfde waarde worden
gebracht, zonder een kalibratie met drukinstelling te moeten
uitvoeren.
Overige informatie vindt u in de vorige paragraaf "Parallelle
verschuiving". De betreffende nieuwe X2-waarde (in %) moet
in het venster "The current measurement value corresponds
to" (de actuele meetwaarde komt overeen met) worden
ingevoerd.
Beschrijving
Menupad:
"Device_Identification_Device"
(Apparaat_identificatie_apparaat)
Hier kan een meetlocatiemarkering van maximaal 16 posities
worden ingevoerd. Hoofdletters, getallen en enkele speciale
tekens zijn toegestane tekens.
Reset op fabrieksinstellingen
Menupad:
"Device_Reset_Reset to factory default"
Apparaat_resetten_resetten op fabrieksinstelling
Hier worden de instelling van de meetomvormer teruggezet op
de situatie bij levering.
Reboot
Menupad:
"Device_Reset_Warm Start" Apparaat_resetten_reboot
De meetomvormer wordt met basisinstellingen opnieuw
gestart. Tijdelijke instellingen zoals "Simulating the current
output" of de "Diagnostic messages" worden gereset.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
Bij deze handeling wordt de verbinding
kortstondig onderbroken.