Change from one to two columns
5.3.1
Montage en aansluiting van de stekkerdoos van het
apparaat Han 8D (8U)
De stekkerdoos voor de aansluiting van de kabel wordt als
afzonderlijke delen als accessoire bij de meetomvormer
geleverd.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
U moet zich houden aan de specificaties van de
elektrische aansluiting die bij de stekker zijn gevoegd!
De montage wordt in de volgende afbeelding weergegeven.
Afb. 10: Montage van de contactdoos van het apparaat
1 Busdeel | 2 Contactbus | 3 Tulebehuizing |
4 Afdichtring (uitsnijbaar) | 5 Drukring | 6 Drukschroef PG 11 |
7 Kabel (diameter 5 ... 11 mm (0,20 ... 0,43 inch))
1. De contactbussen worden op de 1,5 ... 2 cm
(0.59 ... 0.79 inch) gestripte en ca. 8 mm (0.32 inch) van
isolatie ontdane adereinden (draaddiameter
2
0,75 ... 1 mm
(AWG 18 ... AWG 17)) gekrompen of
gesoldeerd en van achteren in de bus ingevoerd.
2. Drukschroef, drukring, dichtring en tulebehuizing moeten
voor de montage in de aangegeven volgorde op de kabel
worden geschoven (zo nodig moet de dichtring aan de
kabeldiameter worden aangepast).
5.4
Aardleidingsaansluiting / Aarding (optie)
Voor de aarding (PE) van de meetomvormer is op de
buitenkant van de behuizing een aansluiting.
18 IM/261Gx/Ax-NL Rev. 08 | 261Gx, 261Ax
5.5
Opbouw van de communicatiekring
De meetomvormer kan via een modem op een pc of laptop
worden bediend. Het modem kan op een willekeurige plaats in
de signaalstroomkring op de meetomvormer worden
aangesloten. De communicatie tussen meetomvormer en
modem vindt plaats via wisselstroomsignalen die over het
analoge 4 ... 20 mA-uitgangssignaal gemoduleerd worden.
Deze opmodulatie vindt zonder bepaling van gemiddelden
plaats en beïnvloedt het meetsignaal dus niet.
Om de communicatie tussen de meetomvormer en de PC of
laptop mogelijk te maken, moet de signaalstroomkring worden
aangelegd volgens de volgende afbeelding "Communicatie
bedrijfsmodus: van punt tot punt". De weerstand tussen de
inbouwlocatie van het FSK-modem en de stroomvoorziening
moet inclusief de interne weerstand van de voeding tenminste
250 Ω bedragen. Als deze waarde bij normale installatie niet
wordt bereikt, moet een extra weerstand worden gebruikt.
Bij de ABB Contrans I-voedingsmodules met HART-
communicatie is de extra weerstand al ingebouwd bij
fabricage. Enige van deze modules bieden de optie in de
bedrijfsmodus "FSK-bus" rechtstreeks via de voedingsmodule
te communiceren.
Voor de voeding kunnen voedingsapparaten, batterijen of
netapparaten worden toegepast, die zo moeten worden
aangesloten, dat de bedrijfsspanning UB van de
meetomvormer altijd tussen DC 11 V en 42 V (30 V bij "Ex i")
ligt.
Daarbij moet rekening gehouden worden met de oversturing
maximale stroomsterkte van 20 ... 23,6 mA volgens de
betreffende parametrering. Daaruit volgt de minimale waarde
voor US.
Worden er nog meer signaalontvangers (bijv. indicatoren) in
het signaalcircuit aangesloten, dan dient men rekening te
houden met hun weerstand.