4. Zorg ervoor dat de vooruit-/achteruithendel in VRIJLOOP staat. Slinger de motor aan tot brandstof in de car-
burateur en de brandstofleidingen wordt gepompt en de motor start. Schakel de motor uit. Zie volgende
OPMERKING.
OPMERKING: Omdat als voorbereiding voor de opslag olie in de motor is gegoten, kan de motor bij het eerste
gebruik na de opslag tijdelijk abnormaal veel rook produceren.
5. Pas de bandendruk aan volgens de aanbevolen spanning. Zie Voertuigspecificaties op pagina 31.
6. Volg de Voorbewerking en dagelijkse veiligheidscontroles op pagina 14.
ONDERHOUD
Lees GEVAAR en WAARSCHUWING op pagina 7.
Om een probleemloze werking van het voertuig te verzekeren, is het van het grootste belang dat u een regelmatig
preventief onderhoudsprogramma toepast. Een regelmatig en systematisch onderhoud zal door verwaarlozing ver-
oorzaakte defecten en dure reparaties voorkomen. Gebruik de Voorbewerking en dagelijkse veiligheidscontroles op
pagina 14 en het volgende Periodiek onderhoudsschema en Periodiek smeerschema om het voertuig in goede
staat te houden.
Een voertuig dat niet probleemloos werkt, moet uit gebruik worden genomen tot het gerepareerd is. Dit zal verdere
schade aan het voertuig en mogelijke verwondingen door onveilige condities voorkomen.
Neem voor alle reparaties en halfjaarlijkse en jaarlijkse onderhoudsbeurten contact op met uw plaatselijke Pioneer-
dealer.
∆
WAARSCHUWING
• Indien bij een vaste inspectie of onderhoudsbeurt problemen aan het licht komen, mag u het voer-
tuig niet gebruiken tot het gerepareerd is. Het achterwege laten van noodzakelijke reparaties kan
brand, materiële schade en ernstige of dodelijke verwondingen veroorzaken.
• Draag geen losse kleding of sieraden zoals ringen, horloges, kettingen enz. wanneer u het voertuig
een onderhoudsbeurt geeft.
• Vóór u met het onderhoud begint, moet u het contactslot op uit (OFF) draaien, de sleutel verwij-
deren, de vooruit-/achteruithendel in VRIJLOOP plaatsen en de wielen blokkeren.
• Draaiende onderdelen – tracht niet een voertuig een onderhoudsbeurt te geven terwijl de motor
draait.
• Werk niet aan de aandrijving van het voertuig of onder het platform wanneer het geladen is.
• Draai de brandstofafsluiter UIT (Figuur 10).
• Heet! Probeer nooit een hete motor of uitlaat een onderhoudsbeurt te geven. Dit zou ernstige
brandwonden kunnen veroorzaken.
• Verwijder van voertuigen met een laadplatform eerst de volledige lading alvorens het platform
omhoog te brengen of het voertuig een onderhoudsbeurt te geven. Indien het voertuig is uitgerust
met een schoorstang, moet u ervoor zorgen dat die goed bevestigd is. Sluit het platform niet alvo-
rens iedereen uit de omgeving van het platform verwijderd is. Houd handen uit de buurt van knel-
zones. Laat het laadplatform niet vallen; laat het voorzichtig zakken terwijl u heel uw lichaam uit de
buurt houdt. Deze waarschuwing negeren kan ernstige of dodelijke verwondingen veroorzaken.
• Om te voorkomen dat het voertuig per ongeluk start:
– Koppel accukabels af, de negatieve (-) kabel eerst (Figuur 1, pagina 6).
– Maak de bougiekabel van de bougie los.
• Indien draden verwijderd of vervangen worden, moet u ervoor zorgen dat de bedrading en de
draadbundel juist gerouteerd en goed bevestigd zijn. Indien de bedrading niet goed gerouteerd en
bevestigd is, kan het voertuig slecht functioneren en kunnen materiële schade, persoonlijk letsel of
de dood worden veroorzaakt.
pagina 22
2004 Pioneer 900/Carryall 2 XRT/Turf 2 XRT benzinevoertuig – Handleiding (Europa)
Onderhoud