Probleem
1. De draadspanning is onjuist.
2. Garen van slechte kwaliteit.
Het borduurre-
3. De draad neigt te breken en snel uit
sultaat is niet
de garenspoel te lopen bij het ge-
goed genoeg
bruik van een bepaald garentype.
4. Er werd een onjuiste naaldgrootte
gebruikt.
5. Niet voldoende steun door te weinig
verstevigend materiaal.
1. De draadspanning is onjuist.
2. Garen van slechte kwaliteit.
Het borduurre-
sultaat is niet
3. Er werd een onjuiste naaldgrootte
goed bij het naai-
gebruikt.
en op dunne stof
4. Niet voldoende steun door te weinig
verstevigend materiaal.
1. De draadspanning is onjuist.
Slechte kwaliteit
katoenvulling
2. De steeklengte is ongeschikt.
1. De machine is niet aangezet.
De borduurunit
2. Geen borduurpatroon geselecteerd. 2. Kies een borduurpatroon.
werkt niet.
3. Installeer borduurring maar zonder
eerst te initialiseren.
Aanraakscherm
1. Aanraakscherm is niet nauwkeurig. 1. Herkalibreer de functie van het aan-
is niet nauwkeu-
rig
Oorzaak
190
Correctie
1. Zet op de juiste draadspanningsin-
stelling.
2. Kies een garen van betere kwaliteit
en bevestig het garennet aan het
garen.
3. Bevestig het garennet aan het ga-
ren.
4. Kies een juiste naald bij de stof.
5. Gebruik juist verstevigend materiaal
dat bij het stoftype past.
1. Stel een lagere draadspanning in.
2. Kies garen van betere kwaliteit.
3. Kies een naald van maat 9-11 die
bij uw stoftype past.
4. Gebruik juist verstevigend materiaal
dat bij het stoftype past.
1. Zet op de juiste draadspanningsin-
stelling (nummer tussen 3-5).
2. Zet op de juiste steeklengte (num-
mer tussen 3,0-4,0).
1. Zet de machine aan.
3. De borduurring verwijderen
raakscherm.