2.
3.
Afb.3Í
@
Schakel
het dimlicht
in
en
scherm
de
rechter koplamp
af.
Zet op de
wand een
horizontale
lijn,
welke
voor
een belaste
wagen
5
cm en voor een
onbelaste
wa-
gen
8,5
cm lager
ligt
dan het
hart
van
de
koplampen.
Verwijder de
chroomrand (afb.
31)
door
de
wijs- en
ringvinger
in
de
gaten
van
de
chroomrand
te
ste-
ken
en de
duim
te
plaatsen
op
het
koplampglas,
waardoor
de
chroomrand
zonder
gereedschap
kan worden
afgetrokken.
Nu zijn er twee
stelschroefjes
zichtbaar waarmede
de
dimlicht-
bundel
kan worden
afgesteld.
Door
verdraaiing
van de
bovenste
stelschroef
(1 in afb.
32) moet
de
dimlichtbundel
zodanig
worden
afgesteld,
dat het
horizontale
gedeelte van de licht-donker grens
op de in
punt
3
genoemde
lUn
valt.
Denk voorts
een
vertikaal
vlak vanuit het hart van
de
kop-
lamp en evenwijdig aan
de
lengte-
as van het
voertuig
naar
de
in
Afb:
32
punt 1
genoemde
wand.
Door
verdraaiing
van de
onderste
stel-
schroef
(2 in
afb.
32)
wordt
de
knik
in de
dimlichtbundel
zo
in-
gesteld,
dat
deze
valt op
het
snijpunt
van het
denkbeeldige
verticale
vlak
met
de
horizontale
lUn.
6.
Herhaal dezelfde handeling
met
de
rechter
koplamp
doch
nu
met
afscherming
van de
linker
koplamp
als
genoemd
in
de
punten
2
Vm
5.
@
Afb.
33
4.
5.
31