Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

DAF V 1600 1968 Instructieboekje pagina 27

Inhoudsopgave

Advertenties

Afb.
23
Bedieningspen
van
vorstbeveiliger
beveiliger
ter
bescherming
van
het
luchtdruksysteem
tegen
bevriezen.
Op
deze
vorstbeveiliger bevindt
zich
een
vleugelmoer
(afb. 23)
waaraan
tevens
een
peilstokje
in
bevestigd.
Tijdens perioden
dat de
temperatuur
beneden
+ 5o C komt
dient
de
vorstbeveiliger
met
brandspiritus
te zijn
gevuld. Alvorens
bU
aan-
vang
van de
koude
perioden
de
vorstbeveiliger
voor
de
eerste
keer
met spiritus te vullen, dient
de
kolf van de vorstbeveiliger
te
worden
gedemonteerd
om
deze inwendig
te
reinigen.
De voor de vulling
benodig-
de
hoeveelheid
kan aan
de
hand
van
het
peilstokje worden
gecontroleerd.
Al
naar gelang
van het gebruik,
dient
de
hoeveelheid aanwezige
spiritus
één keer
per
dag
of per
week
te
worden
gecontroleerd.
Op de
vorstbeveiliger
zit
bovendien
nog een bedieningspen
welke in
twee
verschillende
standen
kan
worden
gezet.
Wanneer
de
vorstbeveiliger
met spiritus
wordt
gevuld, moet
de
bedieningspen
in stand
f
staan,
zoals
in
afb. 23
is
weergegeven.
Zou
deze
26
in
stand
2
staan
dan
kan
er
luchtdruk
in
de
kolf
komen waardoor de spiritus
via de
vulopening
kan
ontsnappen.
Wanneer
de
buitentemperatuur
be-
neden
+
5o
C
daalt moet
de
bedie-
ningpen een
1/a
slag worden
gedraaid.
Door veerdruk onder
de
pen
wordt
deze omhoog gedrukt. De pen bevindt
zich dan
in
stand
2;
de
vorstbeveili-
ger is nu in
werking
gesteld.
BU
temperaturen
boven
+
5o
C
moet
de
'bedieningspen worden ingedrukt
en
dan
een
Vq
slag
worden
gedraaid.
De pen
bevindt
zich dan
in
stand
'l
;
de
vorstbeveiliger
is
buiten
werking
gesteld.
3.
Luchtketel
De
luchtketel
dient
dagelijks
te
wor-
den
afgeblazen.
Het
afblazen
dient
te
geschieden nadat
de lucht in de
ketel
op druk is
gebracht.
Door
daarna
tegen
de pal
aan de
onderzijde
van
de
ketel
te
drukken
(afb. 24)
wordt
de ketel
afgeblazen. Hiermede wordt
bereikt dat vocht, welke zich nu
een-
Afb.
24
Afblaaskraan
maal
in
lucht bevindt
en
in
de
lucht-
ketel
na
langdurige stilstand
van
de
motor
tot water
condenseert,
kan
worden
afgetapt.
Onderhoud
wielremmen
Stel de
remmen
nooit
af
wanneer
de
remtrommels warm (dus uitgezet)
zijn,
aangezien
dan
de
mogelijkheid
be-
staat,
dat
wanneer
de
remtrommels
zijn
afgekoeld,
de
remmen
kunnen
gaan
slepen.
w

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave