oAJÈ^
'://À\:
\y
Verdu
isterde
koplamp
Verdu
isterde voorlampen
(grenslampen)
Verduisterde
stoplampen
Verdu
isterde
achterlampen
ALGEMEEN
Accu
De accu moet minstens iedere
maand
worden
gecontroleerd.
De
vloeistof
(electrolyt)
moet
altijd even
boven
de
platen staan.
ls
het
niveau
gezaakt,
dan moet men uitsluitend
bijvullen
met
gedestilleerd
water.
Polen
en
poolklemmen
van de
accu
moet men steeds goed schoon en vrij
van
oxydatie houden.
Vet ze
in
met
zuurvrije
vaseline.
Maak
de
luchtgaatjes
in
de vuldoppen
vrij
door
ze
met een ijzerdraadje door
te
steken.
Het
verdient
aanbeveling
de
toestand
van de
accu
van
tijd tot tijd
te
con-
troleren door het
s.g.
van het
zu
ur
te
meten.
De
volgende gegevens kunnen
wor-
den
aangehouden:
Volledig geladen
1,28
-
1,30;
half
ontladen
-r-
1
,21;
beneden
1,15
accu geheel
ontladen.
De aflezing
moet
voor
de verschillen-
de
cellen
ongeveer
gelijk
ziin.
Wan-
neer
het
zuur
wordt
gewogen
moet
gelUktijdig
worden
gecontroleerd
of
de
hoeveelheid
die
in de
zuurweger
wordt
opgezogen,
schoon
is.
Dynamo
en
starter
De
dynamo
moet iedere
12.000
km
worden
gecontroleerd
teneinde
een
goede
werking
te
verzekeren.
1.
Bedrading.
Controleer
de
bedra-
ding
en de
isolatie
oP
breuk
of
beschadiging
en zorg dat
alle
aansluitingen schoon
zijn
en
goed
vast
zitten.
30
24V -
15
W
24V
-
sW
24V
-
5W
24V
-
5 W
ONDERHOUD
2.
Collector.
Een
vuile collector
kan
worden
schoongemaakt
door
er
een
schoon
droog lapje
tegen
te
houden
en het
anker
langzaam
met
de
hand
te
draaien.
3.
Borstels. Controleer
of
de borstels
vrij in
de
houders kunnen
bewe-
gen.
Wanneer
de
borstels
zover
zijn versleten
dat de
borstelkabel
bijna tegen
de
borstelhouder
aan-
ligt,
moeten
de
borstels
worden
vervangen.
Indien
de
dynamo
na
deze
controle
nog
onvoldoende
werkt dient
men
dynamo
en
regelaar
door een
spe-
cialist
te
laten
testen.
De
stroomspanningsregelaar
is
door
de fabriek op de juiste
waarde
afgesteld
en
verzegeld.
De
startmotorcontrole
komt
geheel
overeen met
die van de
dynamo.
Koplampen
De
koplampen
zijn van een
type,
waarvan
de
reflector en het glas
één
geheel
vormen
.
Z,j
geven een
asym-
metrische lichtbundel.
Door
middel
van een
eenvoudige
verstelling
kun-
nen deze
lampen
zowel
voor
het
rechts-
als voor het
linkshoudend
verkeer worden
ingesteld.
A.
Het
afstellen
van
de
koplampen
geschiedt
op de
volgende
wijze:
1.
Plaats
de
wagen
op
een
vlakke
horizontale
vloer,
zodanig
dat
de
koplampen
op 5
meter
afstand
recht
voor een
verticale wand
of
scherm
staan.