Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Regelmatige Controles; Ls-Ingang; Se Ingang; Noodstop / Noodstop - Dickert DCM31 Montage- En Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Motorbesturing DCM31

15 Regelmatige controles

Alle veiligheidsinrichtingen moeten regelmatig op hun correcte werking conform EN60335 en UVV ASR A1.7
gecontroleerd worden:
 Drukgevoelige veiligheidsingangen (SE-strips) eenmaal per maand.
 Alle andere veiligheidsinrichtingen minstens eenmaal per jaar.
 De testresultaten moeten in een protocol / onderhoudsboek worden bijgehouden.

15.1. LS-ingang

Als de LS-ingang wordt gebruikt, moeten ter controle het/de lichtrelais tijdens de Open- / Dicht-beweging
onderbroken worden. Bij correct functioneren reageert de besturing overeenkomstig de instelling van [M.b4].
In de weergave verschijnt de foutmelding {Er 22}

15.2. SE ingang

Als aan de SE-ingang 8k2- / OSE-strips zijn aangesloten, dan moeten deze ter controle tijdens de Open- /
Dicht-beweging bediend worden. Bij correct functioneren reageert de besturing overeenkomstig de instelling
van [M.b6]. In de weergave verschijnt de foutmelding {Er 23}.

15.3. Noodstop / NOODSTOP

Als
er
een
noodstop-bediening
Open- / Dicht-beweging bediend worden. Bij correct functioneren blijft de deur onmiddellijk stilstaan. In de
weergave verschijnt de foutmelding {Er 25}.

15.4. Hindernisherkenning / Servo-uitschakeling / Stroomstop

Als de hindernisherkenning geactiveerd is ([M.b3] > 00), dan moet ter controle de deurbeweging in de
richting OPEN / DICHT met een geschikt voorwerp (min. 55 mm hoog) gestopt worden.
Bij correct functioneren reageert de besturing overeenkomstig de instelling in het menu [M.b3]. Bij een 2-
vleugelige deurinstallatie moet de test gescheiden voor beide deurvleugels worden uitgevoerd. In de
weergave verschijnt de foutmelding {Er 26} voor Motor 1 c.q. {Er 27} voor motor 2.
De hindernisherkenning moet daarnaast ook met behulp van een "krachtmeetantenne" op de inachtneming
van de krachtwaarden conform EN 12453 worden gecontroleerd.

15.5. Dodeman-modus

Als de besturing in de dodeman-modus [M.b9] wordt gebruikt, moet gecontroleerd worden of met het openen
van de Open- / Dicht-ingang tijdens de deurbeweging in de overeenkomstige richting de deur onmiddellijk
stopt.

15.6. Functiestoringen

Als de deur niet zoals beschreven reageert op de overeenkomstige veiligheidsinrichtingen, dan moet
 de bijbehorende menu-instelling worden gecontroleerd.
 de aansluiting van de veiligheidsinrichting worden gecontroleerd.
 de veiligheidsinrichting (schakelaar, strips, lichtrelais) zelf gecontroleerd worden.
Als de foutoorzaak niet wordt vastgesteld en opgeheven:
Deur buiten gebruik stellen
Beveiligen tegen opnieuw inschakelen
Contact opnemen met de klantenservice
30 / 38
is
aangesloten,
moet
deze
ter
controle
28505400_DCM31_NL_2017-11-04.docx
tijdens
een

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Dickert DCM31

Inhoudsopgave