12.8. Ingang A / (Impuls / OPEN / Dodeman)
[Kl.25]
Signaal-ingang
[Kl.26]
0V (massa)
Ingang voor toetsen, sleutelschakelaars, externe radio-ontvangers enz.
Sluitcontact, potentiaalvrij
Er kunnen meerdere bedieningen parallel worden aangesloten.
De groene led achter [Kl.25 / 26] brandt, wanneer het contact gesloten is.
De ingang is intern parallel met de aansluiting van de radio-ontvanger [Bl.2] kanaal 1 geschakeld.
De functie (Impuls / Open / Dodeman) van de ingang wordt via [M.b9] ingesteld.
Een gelijktijdige bediening van ingang A en ingang B heeft de functie Stop (geldt niet voor radiomodus).
12.9. Ingang B (Gedeeltelijke opening / Beweegbare vleugel / DICHT / Dodeman)
[Kl.26]
0V (massa)
[Kl.27]
Signaal-ingang
Ingang voor toetsen, sleutelschakelaars, externe radio-ontvangers enz.
Sluitcontact, potentiaalvrij
Er kunnen meerdere bedieningen parallel worden aangesloten.
De groene led achter [Kl.26 / 27] brandt, wanneer het contact gesloten is.
De ingang is intern parallel met de aansluiting van de radio-ontvanger [Bl.2] kanaal 2 geschakeld.
De functie (Impuls / Open / Dodeman) van de ingang wordt via [M.b9] ingesteld.
Een gelijktijdige bediening van ingang A en ingang B heeft de functie Stop (geldt niet voor radiomodus).
12.10. Noodstop / NOODSTOP (veiligheidsingang)
[Kl.14]
Noodstop (+24V DC onstabiel)
[Kl.15]
Noodstop ingang
Veiligheidsingang
bewegingsrichtingsrelais uit)
Ingang voor noodstop / NOODSTOP-bediening
Openingscontact, potentiaalvrij
Er kunnen meerdere bedieningen serieel worden aangesloten.
Een niet gebruikte noodstop-ingang moet gebrugd zijn! Bij gebruik moet de brug worden verwijderd.
De rode led achter [Kl.14 / 15] brandt, wanneer het contact geopend is.
De functie van de sluit-automaat na Noodstop / NOODSTOP wordt in [M.b8] ingesteld.
De noodstop-ingang (veiligheidsfunctie) schakelt de motorrelais direct uit en werkt zodoende ook nog bij
uitval van de elektronica! M1 en M2 stoppen direct.
Na een noodstop-commando tijdens de motorwerking, volgt met het volgende impuls-commando een
deurbeweging in "tegenovergestelde richting" (weg van de plek van gevaar).
Na een noodstop-commando bij staande deur volgt met het volgende impuls-commando in het
algemeen een Open-beweging.
12.11. Lichtrelais (LS / veiligheidsingang)
[Kl.22]
LS-signaal ingang
[Kl.23]
Geschakelde massa
Veiligheidsingang categorie 2 / performance level C conform EN ISO 13849-1/2008
Ingang voor lichtrelais met potentiaalvrije contactuitgang of veiligheidscontactstrips
Openingscontact, potentiaalvrij
Een niet gebruikte LS-ingang moet gebrugd zijn! Bij gebruik moet de brug worden verwijderd.
De functie van de ingang wordt in [M.b4] ingesteld.
De gele led achter [Kl.22 / 23] brandt, wanneer het contact open is.
De ingang heeft een veiligheidsfunctie en wordt via ingebouwde tests van de elektronica bewaakt. Bij de
zelftest licht daarbij de led kort op. Als er een fout in de LS-ingang wordt herkend {Er.13}, is er geen
deurbeweging mogelijk.
Bij het bedienen van de LS-ingang kan een motorstart alleen plaatsvinden, wanneer het lichtrelais in de
overeenkomstige bewegingsrichting geen werking heeft (instelling [M.b4]).
Tijdens een motorwerking bewerkstelligt een commando aan de LS-ingang: stop, vrijgave, omkering of
geen werking, afhankelijk van de bewegingsrichting en de instelling in [M.b4].
Bij geactiveerde sluit-automaat wordt door de bediening van de LS-ingang de openhoudtijd net zolang
teruggezet, tot de ingang weer wordt vrijgegeven.
28505400_DCM31_NL_2017-11-04.docx
categorie
1
conform
EN
ISO
13849-1/2008
Motorbesturing DCM31
(schakelt
direct
het
21 / 38