Motorbesturing DCM31
In plaats van de menuwaarde toont de weergave bij [M.d9]:
In het linker segment: De potentiewaarde (1ste, 10de, ..., 100.000ste)
0 = 100.000
o
1 = 10.000
o
2 = 1000
o
3 = 100
o
4 = 10
o
5 = 1
o
In het rechter segment: de waarde waarmee de potentiewaarde vermenigvuldigd moet worden.
Met [Ta.+] en [Ta.-] wordt tussen de afzonderlijke tientallen omgeschakeld.
Toont de weergave bv.
0x10.000 + 1x1.000 + 4x100 + 7x10 + 9x1) = 1.479 bewegingen in de Open-richting hebben uitgevoerd.
De bewegingenteller kan niet teruggezet of veranderd worden (Alleen-Lezen-Geheugen).
14 Insteekkaarten/ Sleuven
14.1. Radio-module (optioneel)
Evaluatie en opslag van de radiocodes vindt plaats in de controller van de besturing.
De radiofrequentie en de modulatiemanier worden door de radiomodule bepaald.
De passende radiomodule moet aan de juiste zijde in de 15-polige busconnector [BL1] worden gestoken.
De functie van de radio-afstandsbediening bij bedrijf met de radiomodule wordt bij het inleren van de
zenders bepaald met
{F0}
Impuls (Open-Stop-Dicht-..)
o
{F1}
Open-impuls met paniekfunctie, d.w.z. stop tijdens motorwerking
o
{F2}
Dicht-impuls met paniekfunctie, d.w.z. stop tijdens motorwerking
o
{F3}
Stop
o
{F4}
Gedeeltelijke opening (TÖ)/ Beweegbare vleugel (GF)
o
{F5}
Licht
o
{F6}
Open-impuls (zonder paniekfunctie)
o
{F7}
Dicht-impuls (zonder paniekfunctie)
o
{F8}
Uitgang OUT met [M.C4] = 04 - impulsfunctie
o
{F9}
Uitgang OUT met [M.C4] = 04 - stroomstootfunctie
o
Inleren van een zender:
[Ta.F] < 1 sec. bedienen (aantippen). Led "Radio" knippert.
o
In de weergave knippert {F0}.
o
[Ta.F] net zo vaak bedienen tot de gewenste functie wordt weergegeven {F0}..{F9}.
o
Nu de in te leren zendertoets indrukken en ingedrukt houden tot de gekozen functie {F0}..{F9}
o
permanent in de weergave verschijnt (niet meer knippert). De zender is nu ingeleerd.
Als er geen zender wordt ingeleerd, dan wordt na 15 sec. de leermodus automatisch verlaten.
o
Met het inleren van de eerste zender wordt de manier van het codeerschema vastgelegd. De eerste
programmeercyclus kan tot 10 sec. duren! Aanwezige codes moeten van tevoren gewist worden!
Er kunnen tot 40 coderingen (40 zendertoetsen) met verschillende functies ingeleerd worden.
De besturing kan het 12-bit duale codeerschema of het 18-bit Tristate-codeerschema of Keeloq-codering
programmeren.
Als geprobeerd wordt om een al geprogrammeerde zender opnieuw in te leren, dan herkent de besturing
dit en bezet geen andere van de 40 opslagplaatsen.
Frequentiewissel
Mochten er op de gebruikte frequentieband storingen optreden, dan kan de besturing door het
o
omwisselen van de radiomodule op een andere frequentie worden overgeschakeld.
Bedrijfsspanning uitschakelen.
o
Aanwezige radiomodule voorzichtig uit de steekfitting trekken.
o
Nieuwe radiomodule met de gewenste frequentie "aan de juiste zijde" insteken.
o
Bedrijfsspanning weer inschakelen.
o
Radio wissen
o
Nieuwe zenders inleren.
o
De zenders moeten dezelfde frequentie als de nieuwe radiomodule hebben.
o
Alle zenders wissen
[Ta.F] ca. 6 sec. ingedrukt houden.
o
28 / 38
00, 10, 21, 34, 47, 59, dan betekent dit dat de besturingen al (0x100.000 +
28505400_DCM31_NL_2017-11-04.docx