Inhoudsopgave
Advertenties
De led "radio" knippert snel en in de weergave knippert {FL}.
o
Houdt het knipperen op, dan zijn alle coderingen gewist.
o
Antenne-aansluiting
Een antennedraad moet op [Kl.29] aangesloten worden en door de 2 mm-boring naar beneden
o
uit de behuizing geleid worden.
Bij gebruik van een staafantenne moet de afscherming van de coaxiale kabel aan [Kl.28] en de
o
interne leiding aan [Kl.29] worden aangesloten. De toevoer in de behuizing kan via vrije
afdichtingselementen plaatsvinden.
Informatie / Aanwijzing
Een zeer grote reikwijdte leidt tot het leggen van de antennekabel c.q. de coaxiale kabel
op een zo groot mogelijke grote afstand van net-, besturings- en motorleidingen. Het leggen
samen met andere kabels in kabelkanalen vermindert de reikwijdte en kan leiden tot storingen!
Als de dodeman-functie via [M.b9] is ingesteld, dan is de betreffende bewegingsrichting niet
per radio aanstuurbaar!
Het gelijktijdig gebruiken van verschillende codeerschema's is niet mogelijk.
Overige coderingen (andere zendermerken) op aanvraag.
Het inleren van een nieuw codeerschema kan alleen, als de reeds geprogrammeerde codes
van tevoren zijn gewist!
Als een geprogrammeerd radiosignaal ontvangen wordt, wordt de ingeleerde functie
{F0}..{F9} in de weergave getoond.
14.2. Radio-ontvanger (optioneel)
Evaluatie en opslag van de radiocodes vindt plaats op de insteekkaart van de radio-ontvanger.
De passende radio-ontvanger moet aan de juiste zijde in de 2x10-polige busconnector [BL2] worden
gestoken.
De functie wordt in [M.b9] ingesteld, zie menutabel punt 11.
Bij ingestelde paniekfunctie in [M.b9] voor de ingang A of ingang B, leidt een bediening van het
o
bijbehorende kanaal bij een deurbeweging altijd tot een stop van de deurbeweging. Pas een
verdere bediening start de deur dan in de gewenste bewegingsrichting.
Als er geen paniekfunctie is ingesteld, dan leidt een radiocommando in tegenovergestelde
o
richting tijdens een deurbeweging tot een stop en directe start in de tegenovergestelde richting.
Een radiocommando in dezelfde richting (actuele bewegingsrichting) heeft geen effect.
Aan de kanalen 1 tot 4 (voor zover aanwezig) zijn de volgende functies toegewezen:
Kanaal 1
o
Kanaal 2
o
Kanaal 3
o
Kanaal 4
o
De bediening / technische gegevens van de radio-ontvanger kunt u vinden in de bijbehorende
gebruiksaanwijzing.
Antenne-aansluiting
Een antennedraad moet op de radio-ontvanger aangesloten worden en door de 2 mm-boring
o
naar beneden uit de behuizing geleid worden.
Een staafantenne moet zoals aangeven op de radio-ontvanger aangesloten worden. De toevoer
o
in de behuizing kan via vrije afdichtingselementen plaatsvinden.
Informatie / Aanwijzing
Een zeer grote reikwijdte leidt tot het leggen van de antennekabel c.q. de coaxiale kabel op
een zo groot mogelijke grote afstand van net-, besturings- en motorleidingen.
Het leggen samen met andere kabels in kabelkanalen vermindert de reikwijdte en kan leiden
tot storingen!
Als de dodeman-functie via [M.b9] is ingesteld, dan is de betreffende bewegingsrichting niet
per radio aanstuurbaar!
28505400_DCM31_NL_2017-11-04.docx
Impuls (werkt op ingang A, zie punt 12.8)
Gedeeltelijke opening/Beweegbare vleugel (werkt op ingang B, zie punt 12.9)
Niet bezet
Niet bezet
Motorbesturing DCM31
29 / 38
Advertenties
Inhoudsopgave
