Printermodel met 2,4-inch display gebruiken
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
1
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Instellingen >
2
Selecteer een aangepaste papiersoortnaam en selecteer vervolgens een papiersoort.
Opmerking: Papier is de standaardpapiersoort voor alle aangepaste namen die door de gebruiker zijn
gemaakt.
3
Druk op
.
Afdrukken
Een document afdrukken
Afdrukken vanaf een computer
Opmerking: Stel voor etiketten, karton en enveloppen het papierformaat en de papiersoort in de printer in,
voordat u de afdruktaak verzendt.
1
Open vanuit het document dat u wilt afdrukken het dialoogvenster Afdrukken.
2
Pas zo nodig de instellingen aan.
3
Verzend de afdruktaak.
Tonerintensiteit aanpassen
Embedded Web Server gebruiken
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres van de printer in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/rapporten. Het
IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2
Klik op Instellingen > Afdrukinstellingen > Menu Kwaliteit > Tonerintensiteit.
3
Pas de tonerintensiteit aan en klik op Verzenden.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
1
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Instellingen >
Tonerintensiteit
2
Pas de tonerintensiteit aan en druk op
> Menu Papier >
> Instellingen >
> Afdrukinstellingen >
.
> Aangepaste soorten
> Menu Kwaliteit >
64
>