Printer onderhouden
3
Pak de nieuwe tonercartridge uit, verwijder het verpakkingsmateriaal en schud de cartridge heen en weer
om de toner te verdelen.
4
Plaats de tonercartridge in de printer door de rails aan de zijkant van de cartridge uit te lijnen met de pijlen
op de rails aan de binnenkant van de printer.
Opmerking: Zorg ervoor dat de cartridge volledig naar binnen is geduwd.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Stel bij het vervangen van een tonercartridge de
beeldverwerkingseenheid niet gedurende langere tijd bloot aan direct licht. Langdurige blootstelling aan
licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.
5
Sluit de klep van de universeellader en de voorklep.
243