Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal
176
Richtlijnen voor papier
Als u het juiste papier of speciale afdrukmateriaal selecteert, vermindert het aantal afdrukproblemen. Voor
optimale afdrukkwaliteit kunt u het beste eerst een proefafdruk maken op het papier of het speciale
afdrukmateriaal dat u wilt gebruiken voordat u hier grote hoeveelheden van aanschaft.
Papiereigenschappen
De volgende papiereigenschappen zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de printer.
Houd rekening met de volgende factoren voordat u afdrukt:
Gewicht
De laden en multifunctionele invoer kunnen automatisch papier invoeren met een gewicht tussen 60–
2
176 g/m
en met de vezel in de lengterichting. De lade voor 2100 vel kan automatisch papier invoeren met een
2
2
gewicht van maximaal 60–135 g/m
en met de vezel in de lengterichting. Papier dat lichter is dan 60 g/m
is
mogelijk niet stijf genoeg om correct te worden ingevoerd, waardoor papierstoringen kunnen optreden.
2
Opmerking: Dubbelzijdig afdrukken wordt ondersteund op papier van 60–176 g/m
.
Krullen
Krullen is de neiging van papier om bij de randen om te buigen. Dit kan invoerproblemen veroorzaken. Papier
kan omkrullen nadat het door de printer is gevoerd en daarbij is blootgesteld aan hoge temperaturen. Als u
papier in hete, vochtige, koude of droge omstandigheden buiten de verpakking of in de laden bewaart, kan
het papier omkrullen voordat erop wordt afgedrukt. Dit kan invoerproblemen veroorzaken.
Gladheid
De gladheid van papier is rechtstreeks van invloed op de afdrukkwaliteit. Als papier te ruw is, wordt toner er
niet goed op gefixeerd. Te glad papier kan invoerproblemen of problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Gebruik altijd papier met een gladheid tussen de 100 en 300 Sheffield-punten. Een gladheid tussen de 150 en
250 Sheffield-punten geeft de beste afdrukkwaliteit.
Vochtigheidsgraad
De hoeveelheid vocht in papier is van invloed op de afdrukkwaliteit en bepaalt tevens of het papier goed door
de printer kan worden gevoerd. Laat het papier in de originele verpakking tot u het gaat gebruiken. Het papier
wordt dan niet blootgesteld aan de negatieve invloed van wisselingen in de luchtvochtigheid.
Laat het papier gedurende 24 tot 48 uur vóór het afdrukken acclimatiseren in de originele verpakking en in
dezelfde omgeving als de printer. Verleng de acclimatiseringperiode met enkele dagen als de opslag- of
transportomgeving erg verschilde van de printeromgeving. Dik papier kan een langere acclimatiseringsperiode
nodig hebben.
Vezelrichting
De vezelrichting heeft betrekking op de uitlijning van de papiervezels in een vel papier. Vezels lopen ofwel in
de lengterichting van het papier of in de breedterichting.
2
Voor een gewicht van 60-176 g/m
kunt u het beste papier met de vezel in de lengterichting gebruiken.