Download Print deze pagina

Verlichting; Dimlicht; Grootlicht; Mistachterlicht - Renault 4 Instructieboekje

Advertenties

Verlichting

Markeringslichten
(stadslichten)
Verdraai de lichtschakelaar 1 tot het hiernaast
afgebeelde symbool zichtbaar wordt.
De instrumenten worden verlicht.

Dimlicht

Verdraai lichtschakelaar 1 tot het hiernaast afge-
beelde symbool zichtbaar wordt.
Het kontrolelampje voor het dimlicht gaat bran-
den.

Grootlicht

Trek vanuit de dimlichtstand de lichtschakelaar
naar het stuur toe, in de richting van B. Door de
schakelaar nogmaals naar u toe te trekken, wordt
het dimlicht weer aangezet. Als het grootlicht
brandt, wordt dit door een kontrolelampje aange-
geven.
Verlichting uit
Om de verlichting uit te doen, draait u de schake-
laar 1 terug in zijn oorspronkelijke stand.
* Afhankelijk van uitvoering of land.

Mistachterlicht*

Als de lichtschakelaar in de dimlichtstand staat,
kunt u het mistachterlicht met deze schakelaar
inschakelen.
Op het instrumentenpaneel gaat dan een kon-
trolelampje branden.
Advies
Voordat u straks gaat rijden, kontroleert
u de verlichting van uw auto. Pas de stand
van de koplampen aan de belasting van
uw auto aan.
Kontroleer, als het vriest, voordat u weg-
rijdt of de ruitewissers (en koplampwis-
sers*) niet vastgevroren zijn. Kontroleer
regelmatig de wisserbladen en vervang
deze zodra ze de ruit niet goed schoon
vegen.
Ruitewisser
Ruitewissers van de voorruit
O - Ruststand
A - Langzaam wissen
B - Snel wissen
Ruitesproeier
Deze wordt bediend:
- Bij links stuur d.m.v. voetknop 3.
- Bij rechts stuur door schakelaar 2 recht naar het
stuur toe te trekken, in de richting van C.
3 5

Advertenties

loading