Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Bij
het rijden
op
de vlakke weg
of op
hellingen
is
het noodzakelijk het
toerentat
van de
motor
bij
het
opschakelen respectiévelijk terugschakelen
niet
beneden
de
2200
te
laten
komen,
daar
anders
door de
afnemendè snelheid
van de
wagen,
in
een
te
laag toerental moet worden
opgetrokken.
Tijdens het rijden en vooral
bij
het afrijden van
hellingen
dient
men
er voor
zorg
te
dragen,
dat het
motortoerental nimmer hoger
komidan
2600
omw./min.
Terrein
rijden
Alle
zes
wielen worden voortdurend
aangedreven,
dus
geen
van
de
assen
zijn
wat
de
aandrijving
betreft
uitschakelbaar.
Behalve
een
differentieel dat zich tussen elk linker
en
rechterwiel
bevindt, dus hier
in
totaaf
drie,
ziin
er
nog
twee
zgn.
tussen-differentieels. Het ene tussen-differentieet
bevindt
zich
in de
tussenbak
en dient om
eventueel optredende
toerental
verschillen
in
vooras
en de
assen
van
het
tandemstel
te
verwerken. Het
andere
tussen-differentieel
bevindt zich
in
de
verdeelkast,
welke
is
aangebouwd
tegen
de
voorste
achteras.
Dit differentieel dient ook
om eventueel optreAende toerental
verschiflen
in
voorste
en
acherste achteras
van het
tandemstet
te
verwerken.
Om
in
het terrein
het
zgn. doordraaien
van
één
van
de
aangedreven
assen
te
voorkomen,
kunnen
de
tilee
tussen-differentieels worden geUÉkkeerd.
Daarvoor
bevindt
zich links
op
het
instrumentenbord
een
tuimelschàkelaar
(19
in
afb.
O).
Deze
dient om
langs
electro-pnerlmatische
weg de
twee tussen-diiferentieels
te
blokkeren.
In
geblokkeerde toestand brandt fròt
rode
waarschuwingslicht.
De
schakelaar mag alleen
bij
stilstand van
het
voertuig en bij
ingetrait
koppelings-
pedaal
worden
aangezet.
Op
deze
wijze
mag het voertuig op
zaóhte
òf
losse
groì-.'d
blijven
rijden, waarbíj
ook het
rode
licht
bn=jft
branden.-
Kort
vóordat
het
voertuig
weer
op
vaste
ondergrond
(bijvoorbeeld
bevroren
terrein,
hard wegdek, enz.)
gaat rijden, dient de sihakelàai
te
worden
afgezet,
waardoor
de
differentieel-blokkering
wordt
opgeheven
en het rode
licht
óooft.
Voorts is er
nog een mogelijkheid om in
twee'óducties te
rijden.
Deze reductie-
verandering
wordt
in de
tussenbak
tot
stand gebracht
dóor
middel
van
het
verzetten
van
de
bedieningshefboom
(2 in
afb.
7) in
de
cabine. Gebruik
in
het
terrein
steeds
de
terreinreductie
door de
hefboom
naar
voren te
zetten,
wanneer
het
voertuig stilstaat.
In de
terreinreductie
is nl. de
snelheid
naar
verhouding laag
doch de
trekkracht
groot.
230/18
Schakelschema
16
Afb,
19.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave