Dimschakelaar
Door het
intrappen
met
de
linkervoet van de
dimschakelaar
(1
6 in
afb.
O)
kan
bij
in-geschakeld.
groot-dimlicht
(contactschakelaar
in
stand
2)
naar keuze het
groot-
of
het
dimlicht worden
verkregen.
R
ichtingaanwi jzerschake laar
Door
het handeltje (18 in
afb.6)
naar zich toe
te
bewegen worden
de
linker
richtingaanwijzingsknipperlichten
in
werking gesteld;
door
het
handeltje
van
zich
af te
bewegen trecjen
de
rechter
richtingaanwijzingsknipperlichten
in
werking.
Cabineverlichting
De cabineverlichting
weike in
het plafond van de cabine
is
aangebracht wordt
ontstoken
of
gedoofd door
het
van kunstof vervaardigde
dooròchijnende gedeelte
van
de
plafonnier
te
verdraaien.
I
nstru menten
bordverl
ichti
n
g
De knop
(6
in
afb.6)
is
draaibaar. Hiermede
kan
bij
ingeschakelde
verlichting
de
instrumentenbordverlichting
worden
getemperd
of
geheel worden
gedoofd.
Controlelampies
Er
bevinden
zich
vier
gekleurde controlelampjes
(7 in
afb.6)
dicht
bij
etkaar.
Het rode
lampje
is
het
faadstroom-controlelampje;
dit
brandt wanneer
hef
contact
,,aan" staat en
de
accu's niet door
de
dynamo
worden
geladen.
Het groene lampje
is voor
smeeroliedrukcontnole
van de
motor
en
brandt wanneer
de
oliedruk
nog niet
de
minimum
waarde
heeft
bereikt
of
beneden
de
minimum
druk
daalt.
Het blauwe
lampje brandt wanneer
het groot-licht
is
ontstoken.
Het oranje
lampje
dient als
reserve.
Uitlaatremknop
Dit voertuig
kan
zijn.
uitgerust
met
een
uitlaatrem.
De
bediening hiervan geschiedt
door een
knop,
welke
zich
dan
bevindt
nabij
de
linkervoet
úan
de
beltuurder.
Bij
het
intrappen
van
deze
knop
met
de linker voet wordt via een
luchtdrukleiding
de
stophefboom
van
de
branstofinspuitpomp
in de
nulstand getrokken
en
dé
vlinderklep
in de
uitlaatleiding gesloten.
Er
heeft dan geen
bràndstofinspuiting
meer plaats en bovendien kunnen
de
uitlaatgassen
niet
oÀtwllt<en.
De
motor
word-t
nu
aangedreven
door
de in
beweging
zijnde
wagen.Hierdoor
ontstaat
een
compressoreffect,
dat
remmend
op de
motor
werkt.
Tem
peratuurmeter
Deze meter (1
in
afb.6)
geeft de
temperatuur
van het koelwater aan. De
schaal-
verdeling
loopt
van 40"
tot 100'
C.
Toerenteller
Deze
(2 in
afb.
6)
geeft het toerental van
de
motor aan. De
op
de
verdeelschaal
a?ngegeven
getallen dienen met
honderd
te
worden
vermenigvuldigd,
zodat
bijv.
15
betekent
1500
toeren
per
minuut.
Luchtdrukmeters
Omdat
bii
deze
wagen
het
remsysteem
van
vooras
en
achterste
achteras
volkomen gescheiden
is
van
de voorste achteras zijn ertwee
luchtdrukmeters
(3
in
afb.6)
gemonteerd.
Op
deze meters
bevinden
zich
een zwarte en een rode wijzer.
D.e
zwarte
wijzer geeft
de
druk in de
lucht-voorraadketel aan en
de
rode
wijzer
de
druk
in
de
rem-luchtleidingen
tijdens het
remmen.
10
d