Veiligheid
Gedrag tijdens het
gebruik
Veiligheids- en
bewakingsinrichtingen
Gebruik in een plosieve
atmosfeer
Geluidsdruk
2-4
Bij het gebruik van het product moeten de ter plaatse geldende wetten en voorschriften voor vei-
ligheid op de werkplek, ongevallenpreventie en de omgang met elektrische machines in acht wor-
den genomen. Voor de veiligheid moet de exploitant duidelijk de bevoegdheden van het personeel
vastleggen. Het volledige personeel is verantwoordelijk voor het naleven van de voorschriften.
Tijdens het gebruik draaien bepaalde componenten (loopwiel, propeller) om het medium te ver-
plaatsen. Door bepaalde stoffen kunnen op deze componenten zeer scherpe randen worden
gevormd.
Waarschuwing voor draaiende componenten!
De draaiende componenten kunnen ledematen beknellen en
afsnijden. Grijp tijdens het gebruik nooit in het pompdeel of de
draaiende componenten. Schakel voor onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden de machine uit en laat de draaiende componen-
ten tot stilstand komen!
Onze producten zijn voorzien van verschillende veiligheids- en bewakingsinrichtingen. Hierbij gaat
het bijv. om zuigzeven, thermosensoren, afdichtingsruimtecontrole, enz. Deze inrichtingen mogen
niet gedemonteerd of uitgeschakeld worden.
Voorzieningen zoals bijv. thermosensoren, vlotterschakelaars enz. moeten voor ingebruikname
door een elektrotechnicus worden aangesloten (zie gegevensblad „Elektrische aansluiting") en op
goede werking worden gecontroleerd. Neem hiervoor ook in acht, dat voor de perfecte werking van
bepaalde inrichtingen een schakeltoestel nodig is, bijv. PTC-weerstand en PT100-sensor. Dit scha-
keltoestel kan bij de fabrikant of een elektrotechnicus worden verkregen.
Het personeel moet over de gebruikte voorzieningen en hun functie zijn
geïnstrueerd.
Let op!
De machine mag niet worden gebruikt, als de veiligheids- en
controlevoorzieningen ontoelaatbaar zijn verwijderd, de voorzie-
ningen zijn beschadigd en/of niet functioneren!
Producten die met „ex" gemarkeerd zijn, zijn geschikt voor het gebruik in een explosieve atmos-
feer. Voor deze toepassing moeten de producten aan bepaalde richtlijnen voldoen. Ook moeten
bepaalde gedragsregels en richtlijnen door de exploitant in acht genomen worden.
Producten die gebruikt mogen worden in explosieve atmosferen, wor-
den in de beschrijving aangeduid met „ex" (b.v. T...ex...)! Verder moet op
het typeplaatje een „ex"-symbool aangebracht zijn! Bij het gebruik in
explosieve atmosferen, moet het hoofdstuk „Explosie-beveiliging vol-
gens ...-standaard" in acht genomen worden!
Het product, afhankelijk van de grootte en het vermogen (kW), heeft tijdens het gebruik een
geluidsdruk van ca. 70 dB (A) tot 110 dB (A).
De werkelijke geluidsdruk is echter afhankelijk van meerdere factoren. Dit zijn b.v. inbouwtype,
soort opstelling (nat, droog, transportabel), bevestiging van toebehoren (b.v. inhanginrichting) en
buisleiding, bedrijfspunt, dompeldiepte, enz.
We raden de exploitant aan om een extra meting op de werkplaats uit te voeren als het product op
het bedrijfspunt en onder alle bedrijfsomstandigheden loopt.
Let op: Geluidsbescherming dragen!
Volgens de geldende wetten, richtlijnen, normen en voorschriften
moet een gehoorbescherming gedragen worden vanaf een
geluidsdruk van 85 dB (A)! De exploitant moet ervoor zorgen dat
dit in acht genomen wordt!
WILO SE 3.0