Helderheid aanpassen (Belichtingscompensatie)
U kunt de algehele helderheid van het beeld aanpassen.
1
Druk op K (o belichtingscompensatie) van de
multi-selector.
2
Druk op H of I om een compensatiewaarde te
selecteren.
Om de opname helderder te maken, past u positieve (+)
belichtingscompensatie toe.
Om de opname donkerder te maken, past u negatieve (–)
belichtingscompensatie toe.
3
Druk op de knop k om de compensatiewaarde
toe te passen.
Als u niet binnen enkele seconden op de knop k drukt, wordt
de instelling toegepast en verdwijnt het menu.
Wanneer een andere belichtingscorrectiewaarde dan 0.0 wordt
toegepast, worden H en de waarde weergegeven op de
monitor.
4
Druk de ontspanknop in om een foto te maken.
U kunt de belichtingscompensatie uitschakelen door terug te gaan naar stap 1 en de waarde te
wijzigen in 0.0.
C
Belichtingscorrectiewaarde
De waarde voor de belichtingscorrectie die wordt toegepast in de stand A (auto), wordt opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
Belichtingscompensatie
+ 2 . 0
+ 0 . 3
- 2 . 0
5 m 0 s
5 m 0 s
+0.3
+0.3
7 1 0
7 1 0
51