Probleem
Willekeurig verspreide pixels
("ruis") worden in het beeld
weergegeven.
Opnamen zijn te donker
(onderbelicht).
Opnamen zijn te licht
(overbelicht).
Gebieden zonder
rode-ogeneffect worden
gecorrigeerd.
Huidtinten worden niet
verzacht.
Het opslaan van beelden
neemt enige tijd in beslag.
F12
Oorzaak/Oplossing
Het onderwerp is donker, dus is de sluitertijd te lang of de
ISO-gevoeligheid te hoog. U kunt ruis verminderen door
de flitser te gebruiken.
De flitsstand is ingesteld op W (uit).
Flitser wordt geblokkeerd door vinger of ander object.
Onderwerp bevindt zich buiten flitsbereik.
Pas belichtingscompensatie aan.
Onderwerp is gefotografeerd in tegenlicht. Selecteer
de onderwerpsstand Tegenlicht of stel de flitsstand in
op X (invulflits).
Pas belichtingscompensatie aan.
Bij het maken van opnamen met V (automatisch met
rode-ogenreductie) of bij het maken van opnamen met
flits en een lange sluitertijd en rode-ogenreductie in
Nachtportret (in de Eenvoudige autostand of in de
onderwerpsstand), is het in een heel enkel geval mogelijk
dat rode-ogenreductie ook wordt toegepast op delen van
het beeld zonder rode ogen. Gebruik de Autostand of een
andere onderwerpsstand dan Nachtportret en wijzig de
flitsstand naar een andere instelling dan V (automatisch
met rode-ogenreductie) en maak nogmaals een opname.
In bepaalde opnameomstandigheden kunnen
huidtinten van gezichten niet worden verzacht.
Gebruik Huid verzachten in het weergavemenu voor
opnamen met vier of meer gezichten.
Het opslaan van beelden kan langer duren in de volgende situaties.
Wanneer de functie voor ruisonderdrukking actief is,
bijvoorbeeld bij het maken van opnamen in een
donkere omgeving.
Wanneer de flitser is ingesteld op V (automatisch
met rode-ogenreductie).
Wanneer de functie Huid verzachten wordt toegepast tijdens
de opname.
A
44
44
22
46
51
37, 44
51
35, 44
41
64, E8
–
46
34, 35, 55