B
Opmerkingen over Continuopnamen
Wanneer Continu, BSS of Multi-shot 16 is geselecteerd, kan de flitser niet worden gebruikt. Scherpstelling,
belichting en witbalans zijn vast ingesteld op de waarden die zijn bepaald voor de eerste afbeelding in elke reeks.
De beeldsnelheid bij continu-opnamen hangt af van de huidige instelling voor beeldmodus en de
gebruikte geheugenkaart of opnameomstandigheden.
Bepaalde instellingen kunnen niet worden gecombineerd met andere functies (A 56).
B
Opmerkingen over Multi-shot 16
Smear (F3) die zichtbaar is op de monitor bij het maken van opnamen met Multi-shot 16 ingeschakeld
wordt mee opgeslagen op beelden. Het wordt aanbevolen om helverlichte voorwerpen zoals de zon, reflecties
van de zon en elektrische lichten te vermijden bij het maken van opnamen met Multi-shot 16 ingeschakeld.
Kleuropties
Ga naar de stand A (auto) M knop d M Kleuropties M knop k
U kunt de kleuren aanpassen bij het opslaan van beelden.
Optie
n Normale kleur
(standaardinstelling)
o Levendig
p Zwart-wit
q Sepia
r Koelblauw
Het pictogram voor de huidige instelling wordt weergegeven op de monitor als de camera in de
opnamestand (A 6) staat. Wanneer Normale kleur wordt geselecteerd, wordt er geen pictogram
weergegeven. Kleurtinten die tijdens het opnemen op de monitor worden weergegeven,
veranderen overeenkomstig de geselecteerde kleuroptie.
B
Opmerkingen over Kleuropties
Bepaalde instellingen kunnen niet worden gecombineerd met andere functies (A 56).
E28
Gebruik deze optie om natuurlijke kleuren te verkrijgen in uw
beelden.
Gebruik deze optie om levendige kleuren te verkrijgen in uw beelden.
Gebruik deze optie om beelden op te slaan in zwart-wit.
Gebruik deze optie om beelden op te slaan in sepiakleuren.
Gebruik deze optie om monochrome beelden op te slaan in
koelblauwe tinten.
Beschrijving