Problemen bij het opnemen
Probleem
Kan niet naar de opnamestand
gaan.
Er wordt geen opname
gemaakt als de ontspanknop
wordt ingedrukt.
Camera kan niet scherpstellen.
Opnamen zijn onscherp.
Er zijn lichtstrepen of
gedeeltelijke verkleuringen
zichtbaar op de monitor.
F10
Oorzaak/Oplossing
Koppel de USB-kabel los.
Wanneer de camera in de weergavestand staat, drukt u
op de knop A, de ontspanknop of de knop
b (e filmopname).
Als er menu's worden weergegeven, drukt u op de
knop d.
Batterijen zijn leeg.
Als het flitserlampje knippert, wordt de flitser
opgeladen.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Probeer een
opname te maken met de Eenvoudige autostand, de
onderwerpsstand Close-up of de macro-stand.
Autofocus werkt niet goed met het onderwerp dat u
wilt fotograferen.
Stel AF-hulplicht in het menu Set-up in op
Automatisch.
Zet de camera uit en weer aan.
Gebruik de flitser.
Schakel elektronische VR of bewegingsdetectie in.
Gebruik D (Best Shot Selector).
Gebruik een statief en de zelfontspanner.
Er treedt smear op als buitengewoon fel licht op de
beeldsensor schijnt. Het wordt aanbevolen om
helverlichte voorwerpen zoals de zon, reflecties van de
zon en elektrische lichten te vermijden bij het maken van
opnamen met Continu ingesteld op Multi-shot 16.
A
65, 70,
E15
26
3
18
46
32, 36, 49
60
82, E53
19
44
82, E50,
E52
36, 55,
E27
47
55, E27,
F3