Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare opnamestanden

G Eenvoudige autostand
(A 32)
b Onderwerpsstand (A 33)
F Slim portret (A 39)
A Autostand (A 42)
C
Instellingen wijzigen tijdens het opnemen
Functies die kunnen worden ingesteld met de multi-selector ➝ A 43
- De flitser gebruiken ➝ A 44
- De zelfontspanner gebruiken ➝ A 47
- De macro-stand gebruiken ➝ A 49
- Helderheid (belichtingscompensatie) aanpassen ➝ A 51
De volgende functies kunnen worden ingesteld door op de knop d (Opnamemenu) te drukken ➝ A 54
De volgende functies kunnen worden ingesteld door op de knop d (Menu Set-up) te drukken ➝ A 82
De camera selecteert automatisch de optimale onderwerpsstand als u
een beeld kadreert.
De camera-instellingen worden geoptimaliseerd op basis van de
onderwerpsstand die u selecteert.
U kunt een onderwerpsstand selecteren door eerst het menu met
opnamestanden weer te geven en vervolgens op K van de
multi-selector te drukken. Selecteer de gewenste onderwerpsstand
door op H, I, J of K te drukken en druk vervolgens op k.
Als de camera een glimlachend gezicht herkent, kunt u automatisch een
foto maken zonder de ontspanknop te hoeven indrukken
(glimlachtimer). U kunt ook de optie Huid verzachten gebruiken om de
huidtinten van gezichten van personen te verzachten.
Gebruikt voor gewone opnamen. Hiermee kunnen instellingen in het
menu met opnamestanden (A 54) worden aangepast aan de
opnameomstandigheden en aan het type opname dat u wilt maken.
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave