1
Fig. Hoofdfilter
1. Smeernippels
2010-09-03
Stuurcilinder en stuurverbinding - Smeren
Wanneer de motor draait, mag niemand zich in de
Wanneer de motor draait, mag niemand zich in de
buurt van de stuurverbinding bevinden. Anders
buurt van de stuurverbinding bevinden. Anders
bestaat het risico dat men beklemd raakt wanneer
bestaat het risico dat men beklemd raakt wanneer
de besturing bediend wordt.
de besturing bediend wordt.
Activeer voor het smeren de parkeerrem (1).
Activeer voor het smeren de parkeerrem (1).
Draai het stuurwiel helemaal naar links. Alle vier
smeernippels (1) komen nu vrij aan de rechterkant van
de machine.
Veeg de smeernippels (1) schoon. Smeer elke nippel
met vijfmaal pompen met de handsmeerspuit.
Controleer of het vet door de lagers dringt. Als het vet
niet door de lagers dringt, kan het nodig zijn om de
knikbesturing te ontlasten met een dommekracht en
tegelijkertijd de smering te herhalen.
ICC122-2NL2.pdf
Onderhoud - 50u
69