6
5
9
2
Fig. Bedieningspaneel
2. Contactschakelaar
5. Trillingschakelaar
6. Parkeerremknop
9. Remlicht
19. Toerentalregelaar
21. Vooruit/achteruit-hendel
24. Noodrem
38
Remmen
Noodrem gebruiken
De remmen worden gewoonlijk geactiveerd met de
vooruit/achteruit-hendel. De hydrostatische
24
transmissie remt de wals af wanneer de hendel naar
de neutrale stand wordt geduwd.
Elke walsmotor heeft een lamellenrem die tijdens het
rijden ook dienst doet als noodrem en bij het stilstaan
als parkeerrem.
21
19
Zet na de noodstop de vooruit/achteruit-hendel terug
naar de neutrale stand, trek de noodrem (24) uit en
activeer de parkeerrem (6). Herstart de motor.
Normaal remmen
Schakel de trilling uit met de knop op de
vooruit/achteruit-hendel (21).
Stop de wals door de vooruit/achteruit-hendel (21) in
de neutrale positie te zetten.
Draai de toerentalregelaar (19) terug naar de
stationaire positie en laat de motor een paar minuten
stationair draaien om af te koelen.
ICC122-2NL2.pdf
Druk voor een noodstop de noodrem (24) in, houd
Druk voor een noodstop de noodrem (24) in, houd
het stuur stevig vast en wees voorbereid op
het stuur stevig vast en wees voorbereid op
bruusk stoppen. De motor stopt.
bruusk stoppen. De motor stopt.
Wanneer men een koude machine start of met een
Wanneer men een koude machine start of met een
koude machine rijdt, is de hydraulische olie ook
koude machine rijdt, is de hydraulische olie ook
koud en is de remweg langer dan wanneer de olie
koud en is de remweg langer dan wanneer de olie
zijn normale werktemperatuur heeft.
zijn normale werktemperatuur heeft.
Druk altijd de parkeerremknop (6) in, ook bij
Druk altijd de parkeerremknop (6) in, ook bij
kortstondig stoppen op een hellende ondergrond.
kortstondig stoppen op een hellende ondergrond.
Bediening
2010-09-03