2
3
4
Fig. Comfortabele stoel (optioneel)
1. Rugleuning achterover
2. Instelling lengte
3. Instelling gewicht
4. Zijdelingse instelling (optioneel)
8
9
3
2
Fig. Instrumentenpaneel
2. Contactschakelaar
3. Sprinklerschakelaar
8,9,10 Waarschuwingslampjes
6
9
Fig. Instrumentenpaneel
6. Parkeerremknop
9. Remlicht
32
1
10
ICC122-2NL2.pdf
Comfortabele stoel - instelling
Stel de chauffeursstoel zo in dat de zithouding
comfortabel is en de bedieningsorganen gemakkelijk
bereikbaar zijn.
De stoel heeft de volgende instelmogelijkheden.
- Instelling rugleuning (1)
- Instelling lengte (2)
- Instelling gewicht (3)
- Zijdelingse instelling (4)
Instrumenten en lampen - Controleren
Zorg ervoor dat de noodstopknop is uitgetrokken
Zorg ervoor dat de noodstopknop is uitgetrokken
en dat de parkeerrem is geactiveerd. Met de
en dat de parkeerrem is geactiveerd. Met de
vooruit-/achteruithendel in de neutrale stand is de
vooruit-/achteruithendel in de neutrale stand is de
automatische remfunctie ingesteld.
automatische remfunctie ingesteld.
Draai de contactschakelaar (2) naar rechts.
Controleer of de waarschuwingslampjes 8,9,10 aan
gaan.
Zet de sprinklerschakelaar (3) in de werkstand en
controleer of het systeem werkt.
Parkeerrem - Controleren
Zorg ervoor dat de parkeerremknop (6) zich in de
Zorg ervoor dat de parkeerremknop (6) zich in de
rechterpositie bevindt. Indien de wals op een
rechterpositie bevindt. Indien de wals op een
hellende ondergrond staat en de parkeerrem niet
hellende ondergrond staat en de parkeerrem niet
ingeschakeld is, kan de wals beginnen te rollen
ingeschakeld is, kan de wals beginnen te rollen
wanneer de dieselmotor wordt ingeschakeld.
wanneer de dieselmotor wordt ingeschakeld.
Bediening
2010-09-03