5
Fig. Instrumentkolom
5. Trillingschakelaar
14. Trilling voor-/achterwals (optioneel)
20. Trilling aan/uit
2010-09-03
Trilling
Handmatige/automatische trilling
Met de schakelaar (5) wordt gekozen tussen
handmatig en automatisch in-/uitschakelen.
In de handmatige modus moet de chauffeur de
trillingen activeren met de schakelaar (20) op de
14
vooruit-/achteruithendel.
In de automatische stand worden de trillingen
ingeschakeld wanneer de vooraf ingestelde snelheid
wordt bereikt.
Ook het uitschakelen gaat automatisch wanneer de
laagste snelheid wordt bereikt.
20
Handmatige trilling - inschakelen
Het in- en uitschakelen van het trillingssysteem
gebeurt met behulp van de schakelaar (20) op de
vooruit/achteruit-hendel. Schakel altijd het
trillingsysteem uit voor de wals volledig tot stilstand
komt.
Schakel nooit trilling in wanneer de wals stilstaat.
Schakel nooit trilling in wanneer de wals stilstaat.
Anders kunnen zowel het werkoppervlak als de
Anders kunnen zowel het werkoppervlak als de
machine worden beschadigd.
machine worden beschadigd.
Trilling op één walsrol (optioneel)
Met de schakelaar (14) kunt u kiezen tussen trilling op
alleen de achterste walsrol of op twee rollen.
Als trilling is ingeschakeld, moet de chauffeur de
trillingen activeren met de schakelaar (20) op de
vooruit/achteruit-hendel.
In de linkerpositie worden trillingen op beide walsrollen
geactiveerd.
In de rechterpositie worden trillingen geactiveerd op
de voorste of achterste walsrol.
ICC122-2NL2.pdf
Bediening
37