Inbedrijfname
Parameter
Instrument-tag
78
‣
Lege buis detectie
‣
Uitgebreide setup
10.4.1
Definiëren van de tag-naam
Om een snelle identificatie van het meetpunt binnen het systeem mogelijk te maken, kunt
u een unieke identificatie invoeren gebruik makend van de Parameter Instrument-tag en
de fabrieksinstelling veranderen.
1
28
Koptekst van het bedrijfsdisplay met tag-naam
1
Tag-naam
Voer de tagnaam in de "FieldCare" bedieningstool in → 69
Navigatie
Menu "Setup" → Instrument-tag
Parameteroverzicht met korte beschrijving
Beschrijving
Voer meetpuntidentificatie (tag) in.
10.4.2
Instellen van de systeemeenheden
In Submenu Systeemeenheden kunnen de eenheden van alle meetwaarden worden
ingesteld.
Het aantal submenu' s en parameters kan variëren afhankelijk van de
instrumentversie. Bepaalde submenu' s en parameters in deze submenu' s zijn niet
beschreven in de bedieningshandleiding. In plaats daarvan is een beschrijving
opgenomen in de speciale documentatie voor het instrument (→ hoofdstuk
"Aanvullende documentatie").
Navigatie
Menu "Setup" → Systeemeenheden
‣
Systeemeenheden
Volume doorstroomeenheid
Volume-eenheid
XXXXXXXXX
Invoer
Maximaal 32 karakters,
bestaande uit letters, cijfers of
speciale tekens (bijv. @, %, /).
Proline Promag H 300 HART
→ 95
→ 101
A0029422
Fabrieksinstelling
Promag
→ 79
→ 79
Endress+Hauser