Proline Promag H 300 HART
Endress+Hauser
Positie
De richting van de pijl op de typeplaat van de sensor geeft de doorstroomrichting van het
medium aan.
A
Verticale inbouwpositie
B
Horizontale inbouwpositie,
transmitter aan bovenzijde
C
Horizontale inbouwpositie,
transmitter aan onderzijde
D
Horizontale inbouwpositie,
transmitter aan zijkant
1)
Applicaties met lage procestemperatuur kunnen de omgevingstemperatuur verlagen. Teneinde de
minimale omgevingstemperatuur voor de transmitter te waarborgen, is deze inbouwpositie aan te bevelen.
2)
Applicaties met hoge procestemperatuur kunnen de omgevingstemperatuur verhogen. Teneinde de
maximale omgevingstemperatuur voor de transmitter te waarborgen, is deze inbouwpositie aan te bevelen.
3)
Om te voorkomen dat de elektronicamodule oververhit raakt bij een grote toename van de temperatuur
(bijv. CIP- of SIP-proces), moet het instrument worden geïnstalleerd met de transmitter naar beneden
wijzend.
4)
Met ingeschakelde functie lege-buisdetectie: lege-buisdetectie werkt alleen wanneer de
transmitterbehuizing aan de bovenkant ligt.
Horizontaal
• In het ideale geval moeten de meetelektroden in het horizontale vlak liggen. Dit
voorkomt kortstondige isolatie van de twee meetelektroden door meegevoerde
luchtbellen.
• Lege-buisdetectie werkt alleen wanneer de transmitterbehuizing aan de bovenkant zit
omdat er anders geen garantie bestaat dat de functie lege-buisdetectie reageert op een
gedeeltelijk gevulde of lege meetbuis.
1
EPD-elektrode voor lege-buisdetectie (leverbaar vanaf DN > 15 mm (¹⁄₂ in))
2
Meetelektroden voor signaaldetectie
Meetinstrumenten met een nominale diameter < DN 15 mm (¹⁄₂ in) hebben geen
EPD-elektrode. In dit geval wordt de lege-buisdetectie uitgevoerd via de
meetelektroden.
Positie
1
2
2
Installatie
Aanbeveling
A0015591
1)
A0015589
2) 3)
4)
A0015590
A0015592
A0028998
23