Proline Promag H 300 HART
Endress+Hauser
Het instrument en de statusinformatie kunnen worden verborgen op de login-pagina. Dit
voorkomt ongeautoriseerde toegang tot de informatie.
Voor gedetailleerde informatie over instrumentparameters, zie:
Het document "Beschrijving van instrumentparameters" → 187.
2.7.4
Toegang via OPC-UA
Het instrument kan communiceren met OPC UA clients via het "OPC UA Server"-
applicatiepakket.
De OPC UA-server geïntegreerd in het instrument is toegankelijk via het WLAN access
point via de WLAN-interface, welke kan worden besteld als extra optie, of de service-
interface (CDI- RJ45) via het Ethernet-netwerk. Toegangsrechten en autorisatie worden
afzonderlijk geconfigureerd.
De volgende beveiligingsmodi worden ondersteund conform de OPC UA-specificatie (IEC
62541):
• Geen
• Basic128Rsa15 – gesigneerd
• Basic128Rsa15 – gesigneerd en gecodeerd
2.7.5
Toegang via service-interface (CDI-RJ45)
Het instrument kan op een netwerk worden aangesloten via de service-interface (CDI-
RJ45). Instrumentspecifieke functies garanderen de veilige bediening van het instrument
in een netwerk.
Het gebruik van geldende industriële standaarden en richtlijnen welke zijn gedefinieerd
door nationale en internationale veiligheidscomités, zoals IEC/ISA62443 of de IEEE, wordt
geadviseerd. Deze omvatten organisatorische veiligheidsmaatregelen zoals het toekennen
van de toegangsautorisatie en de technische maatregelen zoals netwerksegmentatie.
Transmitters met een Ex d-goedkeuring mogen niet worden aangesloten via de
service-interface (CDI-RJ45)!
Bestelcode voor "Goedkeuring transmitter + sensor", opties (Ex de): BA, BB, C1, C2,
GA, GB, MA, MB, NA, NB
Veiligheidsinstructies
13