14 Meting uitvoeren
14.2.18 4 Pa-meting
De 4 Pa-meting is alleen beschikbaar bij instrumenten met de optie
Verdunning.
1
Functie oproepen:
2
Parameters instellen c.q. waarden invoeren.
Onder alle waarden die gewijzigd kunnen worden, staat een
gestippelde lijn.
3
Adapter 0554 1203 slang-aansluitset en capillaire slangen 0554 1215
overeenkomstig de afbeelding aansluiten.
4 Verder
aantippen.
Slangen worden getest.
5 Verder
aantippen.
Meting start.
Meetwaarden en meettijd worden weergegeven.
Opmerkingen op display in acht nemen.
Na afloop van de meting worden de meetwaarden automatisch
opgeslagen en weergegeven.
6
Meting voortijdig beëindigen:
Richtlijn voor de geschiktheidstest van verschildrukmeters voor het meten
van onderdrukken in ruimtes waar stookinstallaties staan
Deze richtlijn werd opgesteld door het ZIV in samenwerking met fabrikanten van
verschildrukmeters, de keuringsdienst van de TÜV SÜD Industrie Service
GmbH, fabrikanten van stook- en warmtetechniek en de DVGW.
Toepassingsgebieden en doel:
van de omgevingslucht afhankelijke stookinstallaties mogen niet worden
geplaatst in ruimtes met inrichtingen die lucht afzuigen. Voor zover er bij de
werking van de stookinstallaties geen gevaarlijke onderdruk kan ontstaan, zijn
afwijkingen mogelijk. Als gevaarlijk wordt een onderdruk van meer dan 4 Pa
tijdens bedrijf van omgevingslucht-afhankelijke stookinstallaties beschouwd. Bij
84
|
4 Pa-meting
aantippen.