Inhoudsopgave
Advertenties
13.2.6.2
WiFi
Een draadloze verbinding, bijv. WiFi, is voor het uitvoeren van metingen
niet relevant.
Een verbinding met een WiFi-router of een WiFi-hotspot inrichten. De verbinding
maakt het mogelijk meetrapporten ter plaatse per mail te versturen.
1
Functie oproepen:
2
Selectieveld WiFi aantippen.
3
WiFI activeren: button
schuiven.
Instrument schakelt op On. De punt wordt groen.
Weergave van alle in de omgeving beschikbare WiFi-routers of WiFi-
hotspots.
4
WiFi-router of WiFi-hotspot selecteren.
5 Verbinden
6
Evt. moet het wachtwoord voor het gekozen WiFi netwerk worden
ingevoerd.
Verbinding wordt opgebouwd en met
Verdere input via button
Categorie
Netwerk toevoegen
Opgeslagen netwerken
Actualisering
Geavanceerd
WiFi wordt in de stand-by-modus gedeactiveerd en na het verlaten van
de stand-by-modus weer geactiveerd. Het activeren kan een paar
seconden duren.
|
Instrument instellingen
Off
aantippen of grijze punt naar rechts
aantippen.
Beschrijving
Via het toetsenbord netwerknaam invoeren,
Veiligheidsstandaard vastleggen en indien nodig
geavanceerde opties invoeren. Invoer opslaan.
Weergave opgeslagen netwerken.
Actualisering van de weergave van de
beschikbare netwerken.
Geavanceerde WiFi-instellingen worden
weergegeven.
13 Gebruik product
|
WiFi.
Verbonden
aangegeven.
45
Advertenties
Inhoudsopgave
