14 Meting uitvoeren
14.2.9 Verschiltemperatuur
Voor dit soort meting beschikt u over de optie
waarde. Zie hoofdstuk Berekening gemiddelde waarde.
De meting kan ook met Smart Probes uitgevoerd worden.
De volgende Smart Probes kunnen aangesloten worden:
testo 915i (0563 3915), testo 115i (0560 2115 02)
Met slechts één Smart Probe testo 915i kan een verschiltemperatuur
gemeten worden.
De meetwaarden (T1 en T2) voor de bepaling van de
verschiltemperatuur kunnen opgeslagen worden door te drukken (< 1 s)
op de knop op de Smart Probe testo 915i.
Twee externe temperatuurvoelers moeten aangesloten zijn. Als
✓
alternatief kunnen ook draadloze Smart Probes gebruikt worden, zoals
testo 115i of testo 915i; max. echter vier Smart Probes tegelijk.
1
Functie opvragen:
2
Meting starten:
De meetwaarden en de berekende verschiltemperatuur
worden weergegeven.
3
Meting beëindigen:
Automatische weergave na koppeling met meerdere Smart Probes testo
115i of testo 915i in de verschiltemperatuurmeting
Als in totaal meerdere temperatuurvoelers (externe voelers en/of testo 115i of
testo 915i) verbonden zijn, worden de temperatuurvoelers volgens onderstaand
schema in de verschiltemperatuurmeting gebruikt.
Aangesloten kabelvoeler
(max. 1 mogelijk)
Nee
Ja
74
|
Verschiltemp.
aantippen.
aantippen.
Aantal aangesloten
Smart Probe-voelers
(testo 115i en/of
testo 915i)
1
-
Berekening gemiddelde
Δt
Weergave en gebruik van de
temperatuurvoeler volgens
temperatuurkanaal
Temperatuurkanaal T1: t115i/915i
T2 en dT worden niet
weergegeven.
Temperatuurkanaal T1:
Kabelvoeler (ext2):
T2 en dT worden als '---'
weergegeven.
(T1 - T2)