Aanwijzingen
• Als de bewegingscorrectie mislukt, wordt geen Multishot-opna-
me gemaakt. De gangbare DNG-opname blijft echter behouden.
• Deactiveren van de bewegingscorrectie kan de beeldscherpte bij
absoluut stille onderwerpen verder verbeteren.
• De functie is met APS-C-objectieven en eventueel met enkele
door middel van een adapter bevestigde objectieven niet
beschikbaar.
• Bij gebruik van
gelden de volgende beperkingen:
Multi-Shot
Multi-Shot
belichtingstijd ≤ 1 s, diafragmawaarde ≤ F16, ISO-waarde ≤
3200.
• Voor Multishot-opnamen wordt altijd de elektronische sluiter-
functie gebruikt. Bij instelling van
de Multishot-functie gedeactiveerd.
• Multishot-opnamen met flits zijn niet mogelijk.
• Bij gebruik van Multishot worden zeer grote bestanden gemaakt.
Daarom moet voldoende geheugenruimte op de geheugenkaart
aanwezig zijn.
• Als de camera-interne sensoren beweging waarnemen,
verschijnt in het display de melding
Please use a stable base for Multi-Shot.
Please use a stable base for Multi-Shot.
op
blijft
Shutter Type
Shutter Type
Mechanical
Mechanical
Vibration detected.
Vibration detected.
ZELFONTSPANNER
Met behulp van de zelfontspanner kunt u opnamen met een vooraf
geselecteerde opname maken. In zulke gevallen is het raadzaam de
camera op een statief te bevestigen.
▸
In het hoofdmenu,
Drive Mode
Drive Mode
▸
/
kiezen
Self Timer 2 s
Self Timer 2 s
Self Timer 12 s
Self Timer 12 s
▸
De opname maken
• Op de monitor telt de resterende tijd tot aan het ontspannen
af. Aan de voorkant van de camera geeft de knipperende
zelfontspanner-LED het verstrijken van de wachttijd aan. De
eerste 10 s knippert hij langzaam, de laatste 2 s snel.
• Tijdens de zelfontspanner-wachttijd kunt u de opname altijd
afbreken door de ontspanner aan te tikken. De betreffende
instelling blijft daarbij behouden.
Aanwijzingen
• Wordt in de autofocusmodus scherp gesteld. Pas dan begint de
wachttijd.
• De zelfontspanner-functie kunt u uitsluitend gebruiken voor
'Single'-opnamen.
• De functie blijft actief tot een andere functie wordt gekozen in
het submenu
.
Drive Mode
Drive Mode
kiezen
NL
143