AFSTANDSINSTELLING (SCHERPSTELLEN)
Met de Leica SL2-S kan de afstandsinstelling zowel automatisch
als handmatig gebeuren. Bij het fotograferen met autofocus zijn 3
modi en 4 meetmethoden beschikbaar. Bij gebruik van MF-objec-
tieven is uitsluitend de handmatige instelling mogelijk.
FOTOGRAFEREN MET AF
▸
Gewenste AF-modus kiezen
▸
Eventueel AF-meetveld positioneren
▸
Ontspanner aantikken, en zodanig ingedrukt houden
• De afstandsinstelling wordt eenmaal (AFs) respectievelijk
continu (AFc) verricht.
• Bij geslaagde meting: AF-meetveld groen.
• Als de meting niet is geslaagd: AF-meetveld rood.
• Alternatief kunnen afstandsinstelling en / of belichtingsinstel-
ling met de joystick worden gerealiseerd en worden
opgeslagen (meetwaardeopslag, zie pagina 134).
▸
De opname maken
FOTOGRAFEREN MET MF
▸
Als focusmodus
kiezen (zie pagina 117)
MF
MF
▸
Scherpstellen met de afstandsinstelring
▸
De opname maken
Meer informatie daartoe vindt u in de volgende hoofdstukken.
AUTOFOCUS-MODI
De volgende AF-modi zijn beschikbaar:
actieve AF-modus wordt in de kopregel weergegeven.
Fabrieksinstelling:
Intelligent AF
Intelligent AF
▸
In het hoofdmenu,
kiezen
Focusing
Focusing
▸
kiezen
Focus Mode
Focus Mode
▸
Gewenste instelling kiezen
(
,
,
)
Intelligent AF
Intelligent AF
AFs
AFs
AFc
AFc
INTELLIGENT AF
Geschikt voor alle onderwerpen. De camera kiest automatisch
tussen AFs en AFc.
AFs (single)
Geschikt voor onderwerpen zonder of met slechts zeer geringe
beweging. De afstandsinstelling wordt slechts eenmaal verricht en
blijft dan opgeslagen, zolang de ontspanner aan het drukpunt
wordt gehouden. Dat geld ook als het AF-meetveld op een ander
onderwerp wordt gericht.
AFc (continuous)
Geschikt voor bewegende onderwerpen. De afstandsinstelling
wordt continu aangepast aan het onderwerp in het AF-meetveld,
zolang de ontspanner aan het eerste drukpunt wordt gehouden.
,
en
. De
AFs
AFs
AFc
AFc
Intelligent AF
Intelligent AF
NL
109