BELICHTINGSMODI
Voor de optimale aanpassing aan het betreffende onderwerp of de
gewenste beeldvorming beschikt de Leica over vier modi:
– Programma-automaat (P)
– Tijdautomaat (A)
– Diafragma-automaat (S)
– Handmatige instelling (M)
MODUS KIEZEN
Met behulp van het duimwieltje
▸
Duimwieltje indrukken
• De actuele modus verschijnt in het top-display. In de monitor
krijgt de huidige modus een rode markering.
▸
Duimwieltje draaien om de gewenste modus te kiezen
• In het top-display en in de monitor verandert de modusweer-
gave navenant. De modi kunnen door draaien in beide
richtingen worden bereikt.
• Circa 2 s na de laatste draai van het duimwieltje wordt de
geselecteerde modus automatisch ingesteld.
Om de geselecteerde modus onmiddellijk in te stellen
▸
Duimwieltje / Joystick indrukken
of
▸
Ontspanner aantikken
Via het statusscherm
▸
Bedienveld kort aanraken
▸
Gewenste belichtingsmodus kort aanraken
Aanwijzing
• Bij gebruik van objectieven met diafragmaring (bijvoorbeeld
Leica M-objectieven) beschikt u uitsluitend over de belichtings-
modi A (Tijdautomaat) en M (Handmatige instelling). Als
diafragmawaarde wordt in dergelijke gevallen
NL
weergegeven.
F0.0
F0.0
129