Advertenties
NL
De camera laat zich niet ontspannen /
ontspanner gedeactiveerd / geen opname
mogelijk
De flits werkt niet
De flits verlicht het onderwerp niet helemaal
Het onderwerp wordt niet automatisch
scherpgesteld
Geen gezichtsherkenning / gezicht wordt niet
herkend
210
Geheugenkaart is vol
De geheugenkaart is niet geformatteerd
De geheugenkaart heeft een schrijfbeveiliging
Vuil op de contacten van de geheugenkaart
De geheugenkaart is beschadigd
De sensor is oververhit
De camera is automatisch uitgeschakeld (
Er worden opnamegegevens naar de geheugenkaart
gekopieerd, maar het buffergeheugen is vol
Ruisverminderingsfunctie is actief (bijvoorbeeld na
nachtopnamen met lange belichtingstijd)
Batterij leeg
De camera verwerkt een opname
Bereik van fotonummering is opgebruikt
De flits kan met de huidige instellingen niet worden
gebruikt
Batterij leeg
U drukte de ontspanner in terwijl de flits nog laadt
Elektronische sluiterfunctie geselecteerd
Automatische belichtingsreeksen- of serieopnamemodus
actief
Het onderwerp ligt buiten het flitsbereik
Flitslicht is bedekt
AF is niet geactiveerd
Gezicht bedekt (zonnebril, hoed, lange haren enzovoort)
Het gezicht neemt in de foto te weinig ruimte in
Gezicht gekanteld of horizontaal
U houdt de camera scheef
Het gezicht is slecht belicht
Vervang de geheugenkaart
Formatteer de geheugenkaart opnieuw
(let op: gegevensverlies!)
Schakel de schrijfbeveiliging aan de geheugenkaart uit
(kleine hendel aan de kant van de geheugenkaart)
Reinig de contacten met een zachte katoenen of linnen
doek
Vervang de geheugenkaart
Laat de camera afkoelen
) Schakel de camera weer in
Auto Power Off
Auto Power Off
Desgewenst deactiveert u de automatische
uitschakeling
Wachten
Wacht, of deactiveer de ruisvermindering
Laad of vervang de batterij
Wachten
Zie het gedeelte 'Gegevensbeheer'
Gebruik de lijst van de met de flitsfunctie compatibele
instellingen
Laad of vervang de batterij
Wacht tot de flits geheel is geladen
Pas de instelling aan
Pas de instelling aan
Breng het onderwerp binnen het flitsbereik
Zorg ervoor dat het flitslicht niet wordt bedekt door
vingers of voorwerpen
Activeer de AF
Verwijder storende objecten
Verander de beeldcompositie
Zorg dat het gezicht verticaal in beeld komt
Houd de camera recht
Gebruik de flits; kies een betere belichting
Advertenties
