De klem S10 is een impulsingang voor een volumemeetonderdeel V40 of een stro-
mingsschakelaar FS08.
Sluit het volumemeetonderdeel V40 met willekeurige polariteit aan op de klem-
men S10 / V40 en GND.
Temp. Sensor
S1
S2
S3
FlowRotor
1
2
3
4
5
6
S9
S10
PWM1
PWM2
V40
0-10V
RPS
17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32
Sluit de instralingssensor CS10 met inachtneming van de juiste polariteit aan op de
klemmen CS10 en GND. Verbind hiervoor de op de sensor met GND aangeduide
aansluiting met het massa-verzamelklemmenblok GND en de met CS aangeduide
aansluiting met klem CS10.
De met pWM1...4 aangeduide klemmen bevatten de beide PWM- / 0-10-V-bestu-
ringsuitgangen voor HR-pompen.
Aanwijzing:
Als aan een PWM- / 0-10-V-uitgang een relais moet worden toegewezen,
stel dan in het menu in-/uitgangen het volgende in:
1. uitgang PWM / 0-10 V: selectie uitgang = PWM1
2. uitgang PWM / 0-10 V: selectie uitgang = PWM2
3. uitgang PWM / 0-10 V: selectie uitgang = PWM3
4. uitgang PWM / 4-10 V: selectie uitgang = PWM4
Sluit de FlowRotor aan op de ingang FlowRotor.
Sluit de analoge Grundfos Direct Sensor™ of de elektronische manometer
aan op de ingang PLC.
Aanwijzing:
Als Grundfos Direct Sensors
sor-massa-verzamelklemmenblok met PE.
De voeding van de regelaar vindt plaats via een voedingskabel. De voedingsspanning
moet 100 ... 240 V~ (50 ... 60 Hz) bedragen.
Masse-Sammelklemme benutzen
Use neutral conductor common terminal block
Schutzleiter-Sammelklemme benutzen
Use ground common terminal block
Use PE Common terminal block
Neutralleiter-Sammelklemme benutzen!
N
Use neutral conductor common terminal block
Temp. Sensor
S1
S2
S3
S4
S5
FlowRotor
Schutzleiter-Sammelklemme benutzen
1
2
3
4
5
6
7
8 9 10 11 12 13 14 15 16
Use PE Common terminal block
S9
S10
PWM1
PWM2
PWM3
V40
0-10V
0-10V
0-10V
RPS
17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32
S4
S5
S6
S7
S8
7
8 9 10 11 12 13 14 15 16
PWM3
PWM4
CS10
+VBus-
0-10V
0-10V
0-10V
aansluiting
EM-module
worden gebruikt, verbindt dan het sen-
TM
IP20
S6
S7
S8
PWM4
CS10
+VBus-
0-10V
IP20
De voeding bevindt zich op de klemmen:
Nulleider N
Geleider L
Geleider L' (L' wordt niet met de voedingskabel aangesloten. L' is een permanent
onder spanning staand afgeschermd contact)
Randaarde ⏚ (verzamelklemmenblok)
2.3
Datacommunicatie / bus
De regelaar beschikt over de VBus
voorziening van externe modules. De aansluiting vindt plaats met willekeurige po-
lariteit op de met VBus en VBus / GND gemarkeerde klemmen. Via deze databus
kunnen één of meerdere VBus
• Groot display GA3 / Smart Display SD3
• Alarmmodule AM1
• Datalogger DL2
• Uitbreidingsmodule EM
Bovendien kan de regelaar met de interfaceadapter VBus
meegeleverd) op een pc worden aangesloten. Met de ServiceCenter Software kun-
nen meetwaarden van de regelaar worden uitgelezen, verwerkt en grafisch worden
weergegeven. De software maakt een gemakkelijke functiecontrole mogelijk.
De parameterinstelling van de regelaar via de ServiceCenter-software is nu nog
niet mogelijk en wordt in een latere versie van het configuratietool RPT ter be-
schikking gesteld.
Aanwijzing:
Zie pagina 74 voor andere accessoires.
WAAR-
Elektrische schok!
SCHUWING!
L' is een permanent onder spanning staand afgeschermd contact.
Î Koppel telkens voordat u de behuizing opent, het ap-
paraat alpolig los van het net!
T4A
R1-R4 1 (1) A (100 ... 240) V~
R5
4 (1) A 240 V~
100 ... 240 V~
4 (1) A 24V
50-60 Hz
R1-R4
1 (1) A (100 ... 240) V~
R5
4 (1) A 240 V~
4 (1) A 24V
L' L
N
geïsoleerde
draadbrug
L' L
N
®
voor datacommunicatie met en de energie-
®
-modules worden aangesloten, bijvoorbeeld:
®
/ USB of VBus
®
/ LAN (niet
7