8.1
Basisinstelling zonne-energie
In dit menu kunnen alle basisinstellingen voor het zonne-energie-gedeelte van de
installatie worden gedaan.
In dit menu kan het hydraulische systeem, waarop de installatie is gebaseerd, wor-
den ingesteld. De instelling is in systemen en uitvoeringen onderverdeeld.
Het systeem en de uitvoering zijn over het algemeen al in het inbedrijfstellingsme-
nu ingesteld. Als de instelling achteraf wordt gewijzigd, worden alle instellingen voor
het zonne-energie-gedeelte gereset naar de fabrieksinstellingen.
Als door de wijziging ook een relais voor het nieuwe zonne-energiesysteem nodig
is dat van tevoren aan het installatiegedeelte is toegewezen, worden ook alle andere
instellingen van een niet-zonne-energiefunctie gereset naar de fabrieksinstellingen.
Eerst kan het systeem aan de hand van het aantal boilers en collectorvelden wor-
den gekozen. Het betreffende aantal wordt in het display grafi sch weergegeven.
Het voorbeeld toont systeem 6 met 3 boilers en 2 collectorvelden ("oost- /west-
dak").
Nadat de keuze van het systeem is bevestigd, kan de hydraulische uitvoering wor-
den gekozen. De betreffende uitvoering wordt in het display met pomp- en kle-
psymbolen grafi sch weergegeven. Het voorbeeld toont uitvoering 2 van systeem 6
met een 2-wegklep en een pomp. Zie pagina 18 voor een overzicht van de syste-
men en hun uitvoeringen.
De regelaar ondersteunt maximaal 2 collectorvelden en maximaal 4 zonneboilers
(bij 2 collectorvelden slechts maximaal 3 zonneboilers).
De overige menuopties in zonne-energie / basisinstelling worden aan het ge-
kozen systeem aangepast.
Collector (1 / 2)
zonne-energie / basisinstelling / collector (1 / 2)
Instelkanaal Betekenis
collmin.
Minimumlimiet collector
collmin.
Minimumtemperatuur collector
collnood.
Nooduitschakeling collector
collnood.
Noodtemperatuur collector
Bij systemen met 2 collectorvelden worden in plaats van de menuoptie collector
twee gescheiden menuopties (collector 1 en collector 2 ) weergegeven.
Voor elk collectorveld kan een minimumlimiet voor de collector en een noodtem-
peratuur voor de collector worden ingesteld
Instelbereik / keuze: Fabrieksinstelling
ja, nee
ja
10 ... 90 °C
10 °C
ja, nee
ja
80 ... 200 °C
130 °C
31