timer instellen
Als de optie timer wordt geactiveerd, verschijnt een
weekschakelklok, waarmee tijdvensters voor de aan-
sturing van de functie kunnen worden ingesteld.
Eerst verschijnt er een overzicht met de bestaande in-
stellingen. Voor elke weekdag is er een overzichtsven-
ster, met de knoppen ❷ en ❹ kan tussen de dagen
worden gewisseld.
Om de timer in te stellen, drukt u op de knop➄.
Eerst kan worden gekozen welke weekdag of dat alle
weekdagen moeten worden bewerkt.
Onder de laatste weekdag bevindt zich de menuoptie
verder. Als verder wordt gekozen, komt u terecht in
het menu timer instellen voor het instellen van het
tijdvenster.
toevoegen van een tijdvenster:
De tijdvensters kunnen in stappen van telkens 15 min
worden ingesteld.
Om een actief tijdvenster in te stellen, gaat u als volgt
te werk:
Î Verplaats de cursor met de knoppen ❷ en ❹
naar het gewenste begin van het tijdvenster. Leg
het begin van het tijdvenster vast met de knop ❶.
Î Verplaats de cursor met de knoppen ❷ en ❹
naar het gewenste einde van het tijdvenster.
Î Om het tijdvenster af te sluiten, drukt u bij het
bereiken van het gewenste eindtijdstip op de knop
➄.
Î Om nog een tijdvenster toe te voegen, herhaalt u
de drie voorgaande punten.
Î Druk op de knop ➄ om weer naar het overzicht
van de bestaande instellingen te gaan.
Verwijderen van een tijdvenster:
Om een actief tijdvenster te verwijderen, gaat u als
volgt te werk:
Î Leg het tijdstip, vanaf waar een tijdvenster wordt
verwijderd, vast met de knop ❸.
Î Verplaats de cursor met de knoppen ❷ en ❹
naar het gewenste einde van het tijdvenster.
Î Om het verwijderen van het tijdvenster af te slui-
ten, drukt u bij het bereiken van het gewenste
eindtijdstip op de knop ➄.
Î Druk op de knop ➄ om weer naar het overzicht
van de bestaande instellingen te gaan.
11