REMPEDAAL
Met het rempedaal stopt u de machine.
Stoppen: Haal uw voet van het rijpedaal en laat de
machine naar de vrijstand schakelen. Trap het
rempedaal in om te voorkomen dat de machine
doorrolt.
PARKEERREMPEDAAL
Met het parkeerrempedaal schakelt u de
voorremmen in en uit.
Inschakelen: Houd het rempedaal met uw
rechtervoet ingetrapt. Trap met uw linkervoet op
het parkeerrempedaal om de parkeerrem vast te
zetten.
LET OP: Voordat u de machine verlaat of
er onderhoud aan pleegt: parkeer de
machine op een vlakke ondergrond,
schakel de parkeerrem in, zet de motor
uit en neem het sleuteltje uit het contact.
Uitschakelen: Trap het rempedaal in om de
parkeerrem vrij te zetten.
GROF VUIL- -OPVANGPEDAAL
Met dit pedaal opent u de opvangklep voor grof
vuil aan de voorzijde van de hoofdveegborstel.
Openen: Trap het opvangpedaal in als u grof vuil
opveegt. De klep aan de voorzijde van de
hoofdveegborstel gaat open om het grof vuil op te
nemen.
Sluiten: Neem uw voet van het pedaal om de klep
te sluiten. Het grof vuil verdwijnt in de
vuilvergaarbak.
6200 330385 (9- -99)
Home
Find... Go To..
BEDIENING
11