Pagina 1
6100 (Elektrisch) Nederlands NL Bedieningshandleiding 330265 For the latest Parts manuals and other Rev. 07 (2- 2016) language Operator manuals, visit: *330265* www.tennantco.com/manuals...
Europe@tennantco.com www.tennantco.com Specificaties en onderdelen kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Originele instructies, Copyright E 1999, 2000, 2004, 2016 TENNANT Company, Gedrukt in Nederland. Alle rechten voorbehouden EG- - CONFORMITEIT VOOR MACHINES (Bijlage II, lid A) Wij verklaren, op eigen verantwoordelijkheid, dat de machineonderdelen: TENNANT N.V.
- - Vervang versleten of beschadigde - - Op plaatsen waar gevaar voor vallende onderdelen alleen met onderdelen die voorwerpen bestaat, als de machine is door Tennant zijn geleverd of voorzien van een overkapping. goedgekeurd. 2. Voordat u de machine start: 7.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN De volgende veiligheidslabels zijn op de hieronder aangegeven plaatsen op de machine aangebracht. Breng een nieuw label aan wanneer een van deze labels is beschadigd of onleesbaar is geworden. VEILIGHEIDSLABEL - - BEVINDT ZICH LABEL RONDVLIEGEND VUIL – BEVINDT OP HET ZIJPANEEL BIJ DE ZICH BOVEN DE VUILVERGAARBAK BESTUURDERSPLAATS...
BEDIENING BEDIENING VERANTWOORDELIJKHEID BEDIENEND PERSONEEL - De gebruiker is verantwoordelijk voor het dagelijks onderhoud en de dagelijkse controle van de machine, zodat de machine zonder problemen blijft werken. De gebruiker dient de onderhoudstechnicus of voorman te waarschuwen wanneer de machine volgens het ONDERHOUDSSCHEMA in deze handleiding aan een onderhoudsbeurt toe is.
BEDIENING ONDERDELEN VAN DE MACHINE A. Bedieningspaneel B. Stuur C. Bedieningspedalen D. Stoel van de bestuurder E. Accu’s F. Vuilvergaarbak G. Instant Accesst Stoffilter H. Borsteldeur 6100E 330265 (1- -99)
BEDIENING BETEKENIS VAN DE SYMBOLEN De volgende symbolen geven de bedieningsmechanismen, afleesvensters en mogelijkheden van de machine aan. Machineverlichting Zwaailicht Hoofdborstel omlaag: Starten Hoofdborstel omhoog: Vacuümventilator Stroomonderbreker #1 Hoofdborstel aan: Stroomonderbreker #2 Filterklopper Stroomonderbreker #3 Zijborstel omlaag en aan Stroomonderbreker #4 Zijborstel omhoog en uit Stroomonderbreker #5 Claxon...
BEDIENING BEDIENINGSELEMENTEN A. Schakelaar voor hoofdborstel, vacuümventilator en filterklopper B. Schakelaar machineverlichting/zwaailicht (optioneel) C. Urenteller D. Noodknopschakelaar E. Aan/uit contactschakelaar F. Hendel hoofdborstel G. Indicatielampje ”accu opladen” H. Claxonknop Rijpedaal J. Stroomonderbrekerpaneel K. Rempedaal L. Parkeerrempedaal M. Bestuurdersstoel N. Grof vuil- -opvangpedaal O.
BEDIENING BEDIENING RIJPEDAAL Met het rijpedaal bepaalt u de snelheid en de rijrichting van de machine. Met de druk die u met uw voet uitoefent, bepaalt u de snelheid van de machine: hoe harder u op het pedaal drukt, des te sneller rijdt de machine.
BEDIENING REMPEDAAL Met het rempedaal stopt u de machine. Stoppen: Haal uw voet van het rijpedaal en laat de machine naar de vrijstand schakelen. Trap het rempedaal in om te voorkomen dat de machine doorrolt. N.B.: De machine kan na het uitschakelen iets doorrollen.
BEDIENING HENDEL HOOFDBORSTEL Met deze hendel regelt u de stand en de draaibeweging van de hoofdborstel. Hoofdborstel omlaag: Trek de hendel naar rechts en naar u toe om de hoofdborstel omlaag te zetten. Hoofdborstel omhoog: Trek de hendel terug en naar links in de stand om de hoofdborstel omhoog te zetten.
BEDIENING ACCU- -ONTLADINGSINDICATOR De accu--ontladingsindicator geeft het niveau van de accuspanning aan door middel van een aantal lampjes. Tijdens het werken met de machine geeft het display het laadniveau aan. Als de accu’s volledig opgeladen zijn, brandt het lampje uiterst rechts. Naarmate de accu’s leger raken, verspringt het indicatielichtje telkens een lampje naar links.
BEDIENING AAN- -UIT CONTACTSLOT Met de sleutel in het contactslot zet u de machine aan en uit. Aan: Draai de sleutel helemaal naar rechts. Uit: Draai de sleutel linksom. N.B.: De machine gaat pas rijden nadat de bestuurder op de bestuurderstoel heeft plaatsgenomen.
BEDIENING SCHAKELAAR MACHINEVERLICHTING (OPTIONEEL) De schakelaar voor de machineverlichting schakelt de koplampen en achterlampen aan en uit. Aan: Druk het bovenste deel van de schakelaar voor de machineverlichting in. Uit: Zet de schakelaar in de middelste stand. SCHAKELAAR MACHINEVERLICHTING/ZWAAILICHT (OPTIONEEL) De schakelaar voor de machineverlichting schakelt de koplampen en achterlampen, en ook het ronddraaiende zwaailicht aan en uit.
BEDIENING STROOMONDERBREKERS De stroomonderbrekers zijn bedoeld om de elektrische circuits te beschermen. Ze kunnen steeds opnieuw worden ingeschakeld. Wanneer een circuit overbelast raakt, wordt de stroomtoevoer onderbroken. Hierna moet de stroomonderbreker met de hand weer opnieuw worden ingeschakeld. Druk op de instelknop nadat de stroomonderbreker is afgekoeld.
BEDIENING STOEL VAN DE BESTUURDER De stoel van de bestuurder heeft standaard een vaste rugleuning. VERSTELBARE STOEL (OPTIONEEL) De bestuurdersstoel is voorzien van een vaste rugleuning en kan verder naar voren of naar achteren worden ingesteld. Instellen: Trek de hendel in, schuif de stoel naar achteren of naar voren in de gewenste positie en laat de hendel weer los.
BEDIENING VUILVERGAARBAK De vuilvergaarbak bevindt zich aan de achterzijde van de machine onder het accucompartiment. De vuilvergaarbak rolt naar binnen en naar buiten en rust in groeven die de bak op de juiste plaats houden. De vuilvergaarbak wordt met een borgklem in de gebruiksstand vergrendeld.
BEDIENING WERKING VAN DE MACHINE Met het stuur bepaalt u de rijrichting van de machine. Met de rijpedalen regelt u de snelheid en bepaalt u of de machine vooruit of achteruit rijdt. Het rempedaal remt en stopt de machine. De zijborstel veegt het vuil in de veegbaan van de hoofdborstel.
BEDIENING MACHINE STARTEN 1. Neem plaats op de bestuurderstoel en schakel de remmen in met het rijpedaal in de vrijstand. LET OP: Als u de machine aan zet, moet u uw voet op de rem houden en moet het rijpedaal in de vrijstand staan. 2.
BEDIENING WERKEN OP EEN HELLING Rijd langzaam wanneer u op een helling werkt. Minder vaart door op de rem te trappen wanneer u een helling afrijdt. De maximale helling voor de machine met een volle vergaarbak is 8º met een lege vergaarbak en 10º...
BEDIENING INFORMATIE OVER BORSTELS EN VEGEN Raap grote stukken vuil van de vloer alvorens u gaat vegen. Verwijder kartonnen dozen of vouw ze in elkaar voordat u gaat vegen. Raap stukken draad etc. op die eventueel in de borstels of de borstelpennen verstrikt zouden kunnen raken.
Pagina 24
BEDIENING Zijborstel (2 rijen) -- Goede allround borstel om zowel binnen als buiten kleine tot gemiddelde hoeveelheden vuil mee op te vegen. Dit type borstel wordt aanbevolen als de kans bestaat dat het borstelhaar nat wordt. Zijborstel (3 rijen) -- Voor nog betere veegprestaties bij het verwijderen van fijn vuil van gladde oppervlakten binnen.
BEDIENING VEGEN 1. Zet de schakelaar voor de hoofdborstel, afzuiging en filterklopper in de aan--stand. 2. Laat de hoofdborstel zakken met de hiervoor bestemde hendel. 3. Zet de zijborstel omlaag en aan met de hiervoor bestemde hendel. 6100E 330265 (1- -99)
Pagina 26
BEDIENING 4. Begin te vegen. 5. Druk het opvangpedaal voor grof vuil in wanneer u grof vuil opveegt. 6. Laat het pedaal los om de opvangklep over het vuil te laten zakken. 7. De klep veegt het grof vuil in de vuilvergaarbak.
BEDIENING STOPPEN MET VEGEN 1. Zet de zijborstel omhoog en uit met de hiervoor bestemde hendel. 2. Zet de hoofdborstel omhoog met de hiervoor bestemde hendel. 3. Druk de schakelaar voor de hoofdborstel, afzuiging en filterklopper in de middelste uit--stand. 4.
BEDIENING MACHINE STOPPEN 1. Stop met vegen. Lees het onderdeel over STOPPEN MET VEGEN in deze handleiding. 2. Neem uw voet van het rijpedaal. Trap nu op het rempedaal. N.B.: De machine kan nog iets doorrollen wanneer u uw voet van het rijpedaal haalt. Met het rempedaal stopt u de machine.
BEDIENING VUILVERGAARBAK LEGEN 1. Stop met vegen. Lees het onderdeel over STOPPEN MET VEGEN in deze handleiding. WAARSCHUWING: De borstel zwiept het vuil weg. Zet de motor uit voordat u de vuilvergaarbak uit de machine tilt. 2. Rijd de machine langzaam naar de stortplaats of afvalcontainer.
BEDIENING CONTROLELIJST NA GEBRUIK Als u klaar bent met vegen en de vuilvergaarbak hebt geleegd, dient u de volgende punten te controleren: - Controleer het spanningsniveau van de accu’s. - Controleer de afstelling van de borstels. Lees het onderdeel over AFSTELLEN VAN DE HOOFD-- en ZIJBORSTEL in deze handleiding.
BEDIENING OPTIES HANDZUIGER De handzuiger is aangesloten op het afzuigsysteem van de machine. Met de handzuiger kunt u vuil opzuigen dat zich buiten het bereik van de machine bevindt. 1. Zet de machine aan. N.B.: Het is niet nodig om de schakelaar voor de hoofdborstel, afzuiging en filterklopper in te schakelen als u met het handzuigersysteem wilt werken.
Pagina 32
BEDIENING 3. Handzuiger aan: Til de handzuiger uit de opslagpositie. De handzuiger begint automatisch met zuigen. 4. Handzuiger uit: Plaats de handzuiger terug in de opslagpositie. De handzuiger gaat automatisch uit. 5. Draai de nokkenknop rechtsom om de handzuigerstang vast te zetten. 6.
BEDIENING QUICK MOPt SNELWISSER De Quick Mopt snelwisser is een aanzetstuk aan de voorzijde waarmee u het veegpad van de machine breder maakt. 1. Rijd de machine tot vlakbij de aansluiting voor de Quick Mopt snelwisser. 2. Zet de motor uit en schakel de parkeerrem LET OP: Voordat u de machine verlaat of er onderhoud aan pleegt: parkeer de machine op een vlakke ondergrond,...
Pagina 34
BEDIENING 5. Maak bij nieuwere machines de vergrendelingen aan de voorzijde van de bevestigingsbeugel vast. Zet de parkeerrem in de vrijstand en rijd de machine naar het te vegen gebied. 6. Trek aan de vrijmaakhendel om beide zijden van de Quick Mopt snelwisser omhoog of omlaag te zetten.
BEDIENING ACCU- -UITLOOP De accu--uitloop zorgt ervoor dat u de accu’s snel en eenvoudig uit de machine kunt verwijderen. 1. Rijd de machine naar een vlakke, droge ondergrond. 2. Zet de motor uit en schakel de parkeerrem LET OP: Voordat u de machine verlaat of er onderhoud aan pleegt: parkeer de machine op een vlakke ondergrond, schakel de parkeerrem in, zet de motor...
Pagina 36
BEDIENING 6. Zet de accukar vast aan de machine door de accukarvergrendelingen naar de buitenkant van de accukar te trekken. 7. Zet de accukar op slot door op de linkerkant van de vloervergrendeling te trappen. 8. Stel de rollen van de accukar af voordat u de accu’s naar buiten rolt.
Pagina 37
BEDIENING 10.Zet de accustoparm van de machine helemaal omhoog in de horizontale stand. 11.Zet de accustopbalk van de kar omhoog door de hendel omlaag te drukken. 12.Pak de sleuf van de accukast vast en trek de accukast op de kar. 13.Zet de accustopbalk van de kar omlaag door de hendel omhoog te trekken.
Pagina 38
BEDIENING 14.Maak de accukar los van de machine door de accukarvergrendelingen naar de binnenkant van de accukar te duwen. 15.Maak de vloervergrendeling los. Om de vloervergrendeling los te maken, trapt u op de rechterkant van de vloervergrendeling. 16.Trek de accukar weg van de machine. 17.Voor het terugplaatsen van de accu’s in de machine, voert u de hiervoor beschreven stappen uit in omgekeerde volgorde.
Slang van de handzuiger Vervang de slang van de beschadigd handzuiger Vacuümventilator is defect Neem contact op met de technische dienst van Tennant De machine veegt slecht Versleten borstelharen Vervang de borstel Hoofd-- en zijborstels niet juist Stel de borstels opnieuw af...
ONDERHOUD ONDERHOUD ONDERHOUDSSCHEMA Olie/ Aantal Frequentie Omschrijving Procedure Vloeistof plaatsen Dagelijks Afdichtflappen Controleren op beschadiging en borstelcompartiment slijtage en controleer de afstelling Hoofdborstel Controleren op beschadigingen en slijtage Zijborstel(s) Controleren op beschadigingen 1 (2) en slijtage Controleer het borstelpatroon 1 (2) Stoffilter van de Kloppen vuilvergaarbak verstopt...
Pagina 41
..Motorolie, 30 SAE -- kwaliteitsaanduiding CD/SF . . . Speciaal smeermiddel, Lubriplate EMB smeervet (TENNANT artikelnummer 01433--1) N.B.: In erg stoffige omstandigheden kan het nodig zijn om de onderhoudsprocedures vaker uit te voeren. 6100E 330265 (3- -04)
ONDERHOUD SMERING AANDRIJFSYSTEEM (Voor machines met serienummer 6100530 xxx of lager) Het voorwiel waarop de machine rijdt draait door middel van een kettingaandrijving/ondersteuning. Controleer het aandrijfsysteem en de kettingspanning telkens na honderd bedrijfsuren. De ketting is juist gespannen als deze 3 mm uitwijkt wanneer er lichte druk wordt uitgeoefend op het middelpunt van de langste spanwijdte.
6100530 xxx of lager) De lager van de stuurrol bevindt zich onder de voorwielbehuizing. Smeer de lager telkens na honderd bedrijfsuren met Lubriplate EMB smeermiddel (TENNANT artikelnummer 01433--1). SCHARNIERLAGER VAN HET ZWENKWIEL (machines met serienummer 6100530 xxx of hoger) Het lager van het zwenkwiel bevindt zich op de grondplaat.
ONDERHOUD ACCU’S De accu’s voorzien de machine zeer langdurig van stroom. De levensduur van de accu’s wordt bepaald door het aantal malen dat de accu’s worden opgeladen. U verlengt de levensduur van de accu’s door ze pas op te laden als alle lampjes van de ontladingsindicator uit gaan (20% spanning).
ONDERHOUD N.B.: Voer geen metingen met de hydrometer uit als u net gedestilleerd water hebt bijgevuld. De aflezingen zijn pas nauwkeurig wanneer het water en het accuzuur grondig vermengd zijn. Vergelijk uw hydrometeraflezingen met het onderstaande schema om het niveau van de resterende accuspanning vast te stellen.
Pagina 46
N.B.: Als het rode indicatielampje ”ABNORMALE CYCLUS” gaat branden wanneer de accu’s worden aangesloten op de TENNANT oplader, geeft dit aan dat er iets mis is met de accu(s). In dat geval kan de oplader de accu’s niet opladen.
Pagina 47
ONDERHOUD 8. De Tennant--oplader begint automatisch met opladen. Wanneer de accu’s volledig opgeladen zijn, schakelt de oplader automatisch uit. N.B.: Gebruik een oplader die geschikt is voor de accu’s om te voorkomen dat de accu’s beschadigd raken en om de levensduur van de accu’s te verlengen.
ONDERHOUD ELEKTRISCHE MOTOREN Controleer de borstelaandrijfmotoren en de machine--aandrijfmotor na elke achthonderd bedrijfsuren. AANDRIJFRIEMEN EN KETTINGEN RIEM VAN DE VACUÜMVENTILATOR Controleer de spanning van de riem en kijk of de riem geen slijtage vertoont. Beide handelingen moeten telkens na vijftig bedrijfsuren uitgevoerd worden.
ONDERHOUD KETTING VAN STUURINRICHTING (Voor machines met serienummer 6100530 xxx of lager) Het voorwiel draait mee met de richting van het stuur. Smeer de stuurketting telkens na tweehonderd bedrijfsuren met SAE 30 motorolie. KETTING VAN DE STUURINRICHTING (machines met serienummer 6100530 xxx of hoger) De ketting van de stuurinrichting bevindt zich direct boven het voorwiel.
ONDERHOUD VUILVERGAARBAK INSTANT ACCESSt STOFFILTER VAN VUILVERGAARBAK Het Instant Accesst stoffilter filtert de lucht die uit de vergaarbak wordt gezogen. Het stoffilter is voorzien van een filterklopper, die de verzamelde stofdeeltjes uit het filter schudt. U zet de filterklopper in beweging met een druk op het onderste deel van de schakelaar voor het veegafzuigsysteem en de filterklopper.
ONDERHOUD INSTANT ACCESSt STOFFILTER VERWIJDEREN 1. Stop de machine, zet de machine op de parkeerrem en zet de motor uit. LET OP: Voordat u de machine verlaat of er onderhoud aan pleegt: parkeer de machine op een vlakke ondergrond, schakel de parkeerrem in, zet de motor uit en neem het sleuteltje uit het contact.
Pagina 52
ONDERHOUD 5. Maak de elektrische bedrading los van de VCSt --filterklopper. LET OP: Wees voorzichtig als u de stekkerbedrading uit elkaar haalt. Maak de stekkeraansluitingen niet los van het kloppermechanisme. Trek niet aan de draden. Daarmee kunt u de bedrading of het kloppermechanisme beschadigen.
Pagina 53
ONDERHOUD Plaats de VCSt filterklopper terug. Let erop dat u de schudpen correct in de filterkam plaatst. 10. Zet de randen van de klopper stevig vast tussen het filter en de filterafdichting. N.B.: Indien juist geplaatst, kan de klopperplaat niet verschuiven, noch naar voren of achteren, noch naar links of rechts.
Pagina 54
ONDERHOUD 12. Controleer met het uiteinde van het verpakkingslipje of de opening van de kloppermagneet breed genoeg is. De opening moet even breed als het lipje zijn. Wanneer dat niet het geval is, draai de bevestigingsschroeven dan los en maak de opening smaller of breder door de kloppermagneet te verplaatsen.
Pagina 55
ONDERHOUD 15. Maak de twee veiligheidsvergrendelingen van het stoffilter boven de opslagruimte van de vuilvergaarbak vast. 16. Controleer alle afdichtingen van de vuilvergaarbak op slijtage. 17. Zet de vuilvergaarbak terug. 6100E 330265 (11- -99)
ONDERHOUD BORSTELS HOOFDBORSTEL De hoofdveegborstel is cilindervormig, omspant de breedte van de machines en veegt het vuil in de vuilvergaarbak. Controleer dagelijks of de borstel beschadigd of versleten is. Als zich draad of touw om de borstel, de borstelaandrijfnaaf of de niet--aangedreven arm heeft gewikkeld, dient u dit direct te verwijderen.
ONDERHOUD 4. Trek de hoofdborstel van de aandrijfpen en trek de borstel uit het compartiment. 5. Plaats de nieuwe of omgedraaide borstel op de vloer naast de toegangsdeur. 6. Schuif de borstel op de aandrijfpen. Draai de borstel tot hij goed vastklemt op de aandrijfpen.
Pagina 58
ONDERHOUD 6. Bekijk de vorm van het borstelpatroon. Het patroon moet 50 tot 75 mm breed zijn. Het borstelpatroon is in de fabriek ingesteld en hoeft enkel opnieuw ingesteld te worden bij vervanging van onderdelen van het borstelsysteem. 00582 Wanneer het patroon meer dan 15 mm van het ene eind van het patroon naar het andere eind taps toeloopt, stelt u het taps toelopende gedeelte als volgt bij:...
ONDERHOUD ZIJBORSTEL De zijborstel veegt het vuil langs randen in de veegbaan van de hoofdborstel. Controleer dagelijks of de zijborstel beschadigd of versleten is. Als zich draad of touw om de zijborstel of de aandrijfas van de zijborstel heeft gewikkeld, dient u dit direct te verwijderen. Controleer het patroon van de zijborstel elke dag.
ONDERHOUD ZIJBORSTEL VERVANGEN 1. Stop de machine, zet de machine op de parkeerrem en zet de motor uit. LET OP: Voordat u de machine achterlaat of er onderhoud aan pleegt: parkeer de machine op een vlakke ondergrond, schakel de parkeerrem in en zet de motor uit.
ONDERHOUD AFDICHTFLAPPEN EN AFDICHTINGEN ACHTERFLAP De twee achterafdichtflappen bevinden zich onderaan de achterkant van het hoofdborstelcompartiment. De verticale achterflap moet 5 mm boven de grond hangen. De herciculerende afdichtflap hoeft u niet af te stellen. Controleer elke dag of de afdichtflappen versleten of beschadigd zijn.
ONDERHOUD GROF VUIL- -OPVANGKLEP De opvangklep voor grof vuil bevindt zich aan de voorzijde van de hoofdborstel. Deze klep kunt u omhoog en omlaag zetten met het grof vuil--opvangpedaal. Op die manier wordt het grof vuil opgevangen en in de vuilvergaarbak geveegd. Controleer telkens na honderd bedrijfsuren of de klep beschadigd of versleten is.
ONDERHOUD REMMEN EN BANDEN REMMEN (Voor machines met serienummer 6100530 xxx of lager) De mechanische bedrijfsrem bevindt zich op het voorwiel. De rem wordt bediend met het remvoetpedaal. Controleer de afstelling van de rem telkens na tweehonderd bedrijfsuren. Indien de rem niet goed reageert op druk op het rempedaal, dient u de rem opnieuw af te stellen.
ONDERHOUD REMMEN (machines met serienummer 6100530 xxx of hoger) De mechanische bedrijfsrem bevindt zich op het voorwiel. De rem wordt bediend met het rempedaal. Controleer de afstelling van de rem telkens na tweehonderd bedrijfsuren. Indien de rem niet goed reageert op druk op het rempedaal, dient u de rem opnieuw af te stellen.
ONDERHOUD BANDEN De machine heeft drie banden: één aan de voorkant en twee aan de achterkant van de machine. Alledrie de banden zijn van massief rubber. Controleer de banden na elke honderd bedrijfsuren op beschadigingen en slijtage. 6100E 330265 (3- -04)
ONDERHOUD MACHINE DUWEN, SLEPEN EN VERVOEREN MACHINE DUWEN, SLEPEN EN VERVOEREN Indien de machine gebreken vertoont, kan de machine vanaf de voorkant of vanaf de achterkant geduwd worden. Slepen vanaf de voorkant is eenvoudiger en veiliger. (Voor machines met serienummer 6100530 xxx of lager) Ontkoppel de aandrijfmotor van de elektrische bedrading voordat u de machine gaat duwen.
Pagina 67
ONDERHOUD 3. Om de machine met een takel op de truck of oplegger te laden, maakt u de takelkettingen vast aan het voorste bevestigingspunt aan de voorzijde van het machineframe. 4. (Voor machines met serienummer 6100530 xxx of lager) Ontkoppel de aandrijfmotor van de elektrische bedrading voordat u de machine op de truck of oplegger takelt.
Pagina 68
ONDERHOUD 6. Schakel de parkeerrem in en blokkeer de wielen. Zet de machine vast op de truck of oplegger vóórdat u hem gaat vervoeren. Aan de voorkant van het machineframe kunt u de openingen aan de voorzijde van het machineframe als bevestigingspunt gebruiken.
ONDERHOUD DE MACHINE OPKRIKKEN Zorg er voor dat de hopper leeg is, voordat u de machine opkrikt. U kunt de machine opkrikken op de aangewezen punten. Gebruik een krik of takel met voldoende capaciteit om het gewicht van de machine te dragen. Parkeer de machine altijd op een vlak en niet--hellend oppervlak en blokkeer de wielen voordat u de machine opkrikt.
TECHNISCHE GEGEVENS TECHNISCHE GEGEVENS AFMETINGEN/CAPACITEIT VAN DE MACHINE Gegevens Afmetingen/capaciteit Lengte 1520 mm Breedte 805 mm Hoogte 1180 mm Spoorbreedte 880 mm Wielbasis 682 mm Diameter van de hoofdveegborstel 280 mm Lengte van de hoofdveegborstel 560 mm Diameter zijborstel 406 mm Breedte van de veegbaan 560 mm Breedte van de veegbaan met zijborstel...
TECHNISCHE GEGEVENS AANDRIJVING Type Hoeveelheid Voltage Ampère--uur toelaatbaar vermogen Gewicht Accu’s 220 @ 20 uur 177 kg Type Gebruik Voltage gelijkstroom Elektrische motoren (S/N 6100530 001--xxx) Aandrijving Elektrische motoren (S/N 6100530 xxx-- Aandrijving Type Voltage gelijkstroom Fase Voltage wisselstroom Oplader STUURINRICHTING Type Stroomtoevoer...