Storingen opheffen
Mogelijke oorzaak
In de stand S (M) is een te
korte sluitertijd ingesteld.
De kleuren van opnamen zien er onnatuurlijk uit.
Verlichting binnenshuis
beïnvloedt de kleuren van de
foto.
De kleur wit komt niet voor in
het beeld.
De witbalans is verkeerd
ingesteld.
Een deel van het beeld is donker.
De lens werd gedeeltelijk
afgedekt door uw vinger of
door de camerariem.
De gefotografeerde beelden verschijnen niet op de monitor.
De camera is uitgeschakeld.
De camera staat in de stand
Fotograferen.
Er zijn geen foto's
opgeslagen in het interne
geheugen of op het kaartje.
Er is een probleem met het
kaartje.
De camera is aangesloten op
een televisie.
Wissen van een enkel beeld en Wissen van alle beelden lukt niet.
De beelden zijn beveiligd.
Er wordt geen foto weergegeven op de televisie bij een aansluiting op de camera.
Het uitgangssignaal van de
video is niet goed.
Het instellen van het
videosignaal op de televisie
is niet goed.
De monitor is lastig te zien.
De helderheid van de monitor
is niet goed bijgesteld.
Het zonlicht valt recht op de
monitor.
10
80
NL
Oplossing
Kies een langere sluitertijd of zet de camera in de
stand P.
Pas de witbalans aan de lichtomstandigheden aan.
Zorg voor een wit object in het beeld, of gebruik de
flitser [#].
Pas de witbalans aan de lichtbron aan.
Houd de camera op de juiste wijze vast, zodat u niet
uw vingers of de camerariem voor de lens houdt.
Zet de functieknop in een andere stand dan q
en druk op de POWER-knop.
Druk op de knop QUICK VIEW of zet de functieknop
op q.
In de monitor verschijnt de melding [NO PICTURE].
Sla enkele beelden op.
Zie "Foutmeldingen".
De monitor werkt niet als het AV-kabeltje op de
camera is aangesloten.
Hef de beveiliging van de beelden op.
Stel het uitgangssignaal van de video in op basis van
de regio van gebruik.
Zet de televisie op de videostand.
Gebruik [s] om de helderheid aan te passen.
Scherm de monitor af met uw hand.
Zie blz.
Blz. 24
Blz. 31
Blz. 20
Blz. 31
–
Blz. 10
Blz. 5, 38
–
Blz. 76
Blz. 51
Blz. 51
Blz. 51
–
Blz. 58
–