Storingen opheffen
Mogelijke oorzaak
Tijdens het fotograferen zijn
in het monitorbeeld verticale
lijnen zichtbaar.
Met de beeldgegevens wordt een verkeerde datum opgeslagen.
De datum en tijd zijn niet
ingesteld.
De batterijen zitten niet in de
camera.
Het beeld is onscherp.
Het object was te dichtbij.
Het object is donker.
Automatisch scherpstellen
lukt niet.
Er heeft zich condens*
gevormd in de camera.
De monitor gaat uit.
De camera staat in de
sluimerstand.
De flitser ontsteekt niet.
De flitser is ingesteld op [$]. Selecteer een andere flitserfunctie dan [$].
Het object is verlicht.
Snel repeterende opnamen
of auto bracketing is
ingesteld.
De camera neemt een video
op.
De stand supermacro is
ingesteld.
De camera staat ingesteld op
panoramaopname.
De gebruiksduur van de batterijen is kort.
De camera wordt in een
koude omgeving gebruikt.
10
De nog beschikbare
batterijlading wordt niet juist
aangegeven.
De groene en oranje LED's naast de zoeker knipperen tegelijkertijd.
De batterij is leeg.
* Condens: Als het buiten koud is, koelt waterdamp in de lucht snel af en verandert in druppeltjes water.
Condens treedt op als de camera ineens van een koude plaats in een warme ruimte wordt gebracht.
78
NL
Oplossing
Als u de camera op een helder object in de volle zon
richt, dan kan dat verticale lijnen in het monitorbeeld
veroorzaken. Dit wijst echter niet op een defect.
Datum / tijd instellen. De klok is niet vooraf ingesteld.
Indien de camera ongeveer 3 dagen zonder
batterijen is blijven liggen, gaan de datum- en
tijdinstelling verloren. Stel de datum en tijd opnieuw
in.
Ga verder weg staan van het object. Om foto's
dichterbij 20 cm (7,9") met de zoomlens in de uiterste
groothoekstand te maken, gebruikt u de stand
supermacro.
Zet [AF ILLUMINATOR] op [ON].
Stel handmatig scherp of gebruik het
scherpstelgeheugen om scherp te stellen op het
object en neem vervolgens de foto.
Schakel de camera uit. Wacht tot de camera de
omgevingstemperatuur heeft aangenomen en
opgedroogd is.
Bedien de camera met de ontspanknop of
zoomknop.
Wilt u dat de flitser bij een helder verlicht object
ontsteekt, zet de flitser dan op [#].
De ingebouwde flitser ontsteekt niet bij snel
repeterende opnamen of auto bracketing. Zet
[DRIVE] in een andere stand bij [MODE MENU].
Met de camera ingesteld op de stand Videobeelden
ontsteekt de flitser niet. Kies een andere fotofunctie
dan n.
Met de camera in de stand supermacro onsteekt de
ingebouwde flitser niet. Zet [&] op [OFF] of [&].
Met de camera ingesteld op panoramaopname
ontsteekt de flitser niet. Zet de panoramastand uit.
Bij lage temperatuur nemen de prestaties van
batterijen af. Houd de camera warm door hem in uw
jaszak of tussen uw kleding mee te dragen.
Als het energieverbruik van de batterijen sterk
fluctueert, is het mogelijk dat de camera uitschakelt
zonder dat u daarvoor gewaarschuwd wordt. Plaats
nieuwe batterijen of laad de batterijen op.
Plaats nieuwe batterijen of laad de batterijen op.
Zie blz.
–
Blz. 58
Blz. 58
Blz. 20
Blz. 28
Blz. 11, 26
–
–
Blz. 20
Blz. 20
Blz. 33
Blz. 23
Blz. 20
Blz. 35
–
–
–